Fanshop Tickets
Fanshop Tickets
Feyenoord2-ADO2-7

Elia geniet van rentree: ‘Eindelijk weer voetballen’

Eljero Elia stond maandagochtend met een heerlijk gevoel op, in de wetenschap dat hij later die dag zijn rentree zou gaan maken in Feyenoord-shirt. De aanvaller keek enorm uit naar het moment weer minuten te kunnen maken, nadat hij twee maanden buitenspel stond met een schouderblessure. ‘Eindelijk weer voetballen, dat is het allerbelangrijkste voor mij.’

Voetballen deed Elia maandagavond op Varkenoord. De vleugelspits, die op 14 augustus voor het laatst in actie kwam in de thuiswedstrijd tegen FC Twente, maakte een uur vol in de competitiewedstrijd van Feyenoord 2 tegen ADO Den Haag 2 (2-1). ‘Voor mijn gevoel heb ik de test goed doorstaan’, zei Elia nadat hij was vervangen. ‘In de rust vroegen de trainers of ik nog door kon spelen. Hoe langer je kan spelen, hoe beter, zeiden ze. Ik had geen pijn en wilde niks liever.’

Zo stond Elia eindelijk weer binnen de lijnen, nadat hij twee maanden noodgedwongen moest toekijken. ‘Dat was heel moeilijk’, bekende hij. ‘Het seizoen was net begonnen. Ik had een goede voorbereiding achter de rug, voelde me super fit en gretig en had drie keer gescoord tegen FC Groningen. En dan lig je er ineens twee maanden uit…’

Hoewel het Elia pijn deed niet te kunnen spelen en te moeten toekijken, deed het hem goed dat zijn ploeggenoten de flitsende seizoensstart doortrokken in de periode zonder de 28-voudig international. ‘Het is erg knap hoe het team presteert. Het ziet er niet altijd even prachtig uit, maar we staan stabiel. Ik ben heel blij dat ze het zo goed doen, al was het vreselijk om zoveel wedstrijden te moeten missen. Neem nou Manchester United-thuis, dát zijn de wedstrijden die je wil spelen.’

Gelukkig voor Elia volgen er dit seizoen nog veel meer grote wedstrijden, zoals donderdag in Europa tegen Zorya Luhansk en zondag de Klassieker. Elia: ‘Ik wil zo snel mogelijk weer meedoen, maar ik weet ook dat het team uitstekend presteert. Dat betekent dat ik aan de bak moet. De trainer weet wat hij aan me heeft en als hij me nodig heeft, zal ik er staan.’