Fanshop Tickets
Fanshop Tickets
De Club

De klank van de Cup: van zingende Feyenoord-spelers tot Vader Abraham

Het is komende woensdag precies vijftig jaar geleden dat Feyenoord als eerste Nederlandse club de Europacup I won. Feyenoord Magazine stond elke editie stil bij deze mijlpaal. We delen het verhaal over de liedjes over de Europacup-winst nu online.

Na de overwinning op wereldkampioen AC Milan in de tweede ronde van de Europacup is de euforie groot. Iedereen denkt Feyenoord de Cup gaat winnen, terwijl er nog een paar ronden moeten worden gespeeld. Op 16 februari 1970, drie weken voor de kwartfinale tegen Vorwärts Berlin, wordt een single gelanceerd die wordt gezongen door de Feyenoord-spelers: Feyenoord!

Het Vrije Volk schrijft: ‘Een lied waar straks de tegenstanders in de Europacup van moeten rillen. De tekst en muziek zijn lekker commercieel en de plaat ligt ongetwijfeld goed in de markt. De single is verpakt in een prachtige vierkleurenhoes en kost slechts f 4,95.’ 

Een slimmigheidje is dat de singles zijn genummerd en dat de koper kans maakt op een prijs. De eerste prijs is een volledig verzorgde reis naar het wereldkampioenschap voetbal in Mexico, maar voor de Feyenoord-supporters zullen de tweede tot en met de vijftiende prijs echt als hoofdprijs worden gezien: een volledig verzorgde reis naar de Europacup-finale in Milaan.

Het initiatief voor deze single komt van de Amsterdamse (!) firma ‘Imago, bureau voor bizondere reklame NV’. Het is een unicum dat een voetbalelftal zo’n lied zingt. In de marketing wordt benadrukt dat het gaat om het complete eerste elftal van Feyenoord: vijftien man sterk. Op de voorkant staat een foto van de opname in de studio: het is een bont gezelschap dat onwennig tussen drie microfoons poseert. Er is geen clubkostuum.

De spelers dragen bruine of blauwe pakken of truien. Ruud Geels knalt uit de foto met een roze pullover over een blokjesoverhemd. Midden op de achterste rij is het hoofd van linksback Theo van Duivenbode zichtbaar. Zijn zangkwaliteiten zijn echter zo belabberd, dat hem gevraagd wordt niet mee te zingen. Trainer Ernst Happel is uiteraard niet uitgenodigd; met zijn koeterwaals-achtige Nederlands-Oostenrijkse tongval zou hij teveel uit de toon vallen.

De spelers zingen:

Wat is dat voor een club, die club uit Rotterdam?
Daar aan de Maas bij Brienenoord
Dat is Feyenoord. (...)

Wat is dat voor een club,
overwinnaar van Milaan
Wie heeft er nog nooit van gehoord
Dat is Feyenoord.

Tamtam
De single wordt een besteller, bereikt op 7 maart 1970 zelfs de achttiende plek in de Top 40. In die week zijn het Mariska Veres van Shocking Blue (‘Venus’) en Simon & Garfunkel (‘Bridge Over Troubled Water’) waar de Feyenoord-spelers mee moeten concurreren. Drie dagen eerder heeft het elftal de eerste kwartfinale tegen Vorwärts Berlin gespeeld en zijn met 1-0 ten onder gegaan. Het optimisme is echter groot. Twee weken later wordt de Oost-Duitse legerploeg van de mat gespeeld (2-0) en bereikt Feyenoord de halve finale. Het singletje wordt dan nog steeds flink verkocht. In veel kroegen hoor je via de jukebox de stemmen van Rinus, Willem, Wimpie, Coen en Ove:

‘Wat is dat voor een club
Die club uit Rotterdam
Europacup en Europoort
Dat is Feyenoord.’

Op de B-kant van de single staat het radioverslag van de twee doelpunten, die tegen AC Milan werden gemaakt. Hoogtepunt is het moment dat verslaggever Theo Koomen – en dus ook de luisteraar – in verwarring verkeert of het schot (of voorzet?) van Wim Jansen in het doel is beland. Voor veel oudere Feyenoord-supporters een kippenvelmoment:

‘Jansen lost een schot. En over. Ooooh! Of zit-ie erin? Nee, nee, toch? Ik dacht dat-ie overzeilde, maar hij dook in de hoek en Cudicini staat daar verslagen in het doel en Wim Jansen wordt door alle Feyenoorder omhelsd en Treytel is eruit... En iedereen, iedereen is gek geworden, ze staan hier voor mijn raam te dansen: 1-0 voor Feyenoord na zeven minuten spelen. Ik zag die bal daar met een zwaai naar het doel gaan en even leek het erop, dat-ie over zou gaan...!’

De single wordt goed verkocht, zelfs zoveel dat er een gouden plaat wordt uitgereikt. Feyenoords administrateur Phida Wolff verbaast zich er niet over, omdat de single ‘met veel tamtam op de markt wordt gebracht. De plaat is ook te koop bij de groenteboer en de melkboer, in kruideniers-, garen- en bandwinkels en in supermarkten, en zo wordt hij een grijpkoop voor de vele voetballiefhebbers in stad en land.’

Wolff, die zelf graag nogal hoogdravende gedichten maakt, laat desgevraagd zijn oordeel weten over de geproduceerde liedteksten: ‘Bij het lezen van de naakte tekst zal men wellicht het voorhoofd rimpelen over de ‘taalschoonheid’ en als conclusie poneren dat het op zijn ‘janboerenfluitjes’ is gedaan. Men verlieze echter niet uit het oog, dat de tekst heel makkelijk moet aanspreken, ondersteund als deze pleegt te worden door een pittig muziekje. De lezer houde daarmee rekening en oordele niet te hard.’

Hitparade
Eén Feyenoord-supporter is helemaal niet blij met het succes van het ‘Feyenoord’-lied. Dat is Jans de Roock, een Rotterdamse barvrouw, die al vanaf haar veertiende droomde van een zangcarrière, en in 1969 werd ontdekt op het Rotterdamse songfestival van cabaretier Dorus (Tom Manders). Ze kreeg een contract bij Philips en er werd snel – met de kraker tegen AC Milan op komst – een nummer voor haar geschreven: ‘Ik Geef Voor Feyenoord Als ‘t Moet M’n Laatste Kwartje.’ Tekstschrijver was Peter Cirkel (een alias van dj Gerrit den Braber), die zich ongetwijfeld heeft laten inspireren door het nummer ‘Ik Gaf Voor Mokum Als Het Moest Mijn Laatste Kwartje’, dat vier jaar eerder op plaat was verschenen.

Op de A-kant van het door Philips geproduceerde singletje wordt Feyenoord bewierookt als ‘de club die nooit in de verdrukking staat / de club staat altijd bovenaan.’ Op de B-kant zingt Jans de carnavalsknaller ‘Waar Is De Pruim Van Ome Piet?’ Jans de Roock, barvrouw in café De Vergulde Zwaan aan de Mathenesserweg, is verheugd wanneer de eerste week 600 exemplaren worden verkocht, maar al snel stagneert de verkoop.

Wanneer een paar maanden later de Feyenoord-spelers de hitparade bestormen, krijgt ze het even te kwaad: ‘Waarom moeten de spelers zelf nou beslist voor de microfoon worden gesleept om zich onder een lolletje door – want meer kan ‘t toch niet zijn – zelf te zingen. Daar zijn toch wel anderen voor?’ De vraag of ze verbitterd is, wordt weggewuifd: ‘Ach nee, ‘t gaat natuurlijk toch in de allereerste plaats om Feyenoord. Dat is ’t belangrijkste.’ En ze laat de journalist haar kaartje voor de pot tegen Vorwärts Berlin zien. 

Lijflied
Eén supporter, toentertijd zestien jaar oud, die alle legendarische Europese thuiswedstrijden in 1969-1970 (AC Milan, Vorwärts Berlin, Legia Warschau) meemaakt, is Jimmy Tigges. De Hagenaar reist met de trein naar De Kuip om ‘de sterrenploeg te zien spelen’ en is getuige van de, naar eigen zeggen, beste wedstrijd uit de Feyenoord-geschiedenis (AC Milan): ‘Massaal luid zingend liepen we na afloop de trappen af. Ik zal het nooit meer vergeten.’

Hij zal dertig jaar later – samen met zijn maatje Paul Groenendijk – het boek ‘Het lied van Feyenoord’ schrijven. De twee leren elkaar kennen in Delft als bouwkundestudent. Beiden zijn Feyenoord-supporters, maar ook grote muziekliefhebbers en verzamelaars van vinyl-singles, die ‘tastbaar zijn en je zo heerlijk kunt besnuffelen’.  

In het boek – dat in 2001 uitkwam en 6.000 maal over de toonbank ging – beschrijven ze meer dan honderd Feyenoord-liedjes, die in de loop der tijd zijn verschenen. Ze vullen dat aan met smeuïge weetjes over de artiesten en tekstschrijvers of vermakelijke anekdotes over de totstandkoming van een plaat. Ze beginnen een onderzoek naar de herkomst van het lijflied ‘Hand In Hand, Kameraden’ en ontdekken dat het terug te voeren is tot een Duitse compositie in de negentiende eeuw: ‘De muziek is van pianist Wilhelm Speidel, die het in 1887 in Leipzig uitbracht.’

Jimmy, inmiddels 65 jaar, heeft een fenomenaal geheugen. Hij dist moeiteloos details op over zijn eerste Kuipbezoek in 1960 (Feyenoord-Ajax 9-5), toen zijn kinderkaartje 25 cent kostte. ‘Bij druk bezochte wedstrijden verzocht de omroeper – een dame met een heel keurige, zeg maar bekakte stem – of de mensen op de houten banken wilden doorschuiven. Bij Feyenoord-Ajax werden ouders verzocht hun kind op schoot te nemen.’

Ook herinnert hij zich nog hoe, in de menigte de trappen op – en aflopend van het station voor De Kuip, uit de intercom teksten van Johnny Hoes schalden als:

Feyenoord-supporters komen in de hemel
als er in de hel geen plaats meer is

Demonstratie
Wanneer Feyenoord op 6 mei 1970 de Europacup wint, is er weer een eruptie van Feyenoord-liedjes. Zo brengen Japie Valkhoff & Rotterdamse Henkie de single ‘We Hebben De Cup!’ uit met coupletjes als ‘We hebben de cup gewonnen in Milaan / Dat heeft Feyenoord gedaan / Feyenoord de roem van Nederland / We zingen nog jaren hand in hand.’  

De op Katendrecht geboren Johnny Hoes lanceert ‘We Hebben ‘m!’ met zinnen als ‘Het grote wonder is gebeurd / Celtic heeft zijn broek gescheurd’. Maar de liedjes hebben – hoe aardig ook – geen van allen zoveel succes als het radioverslag van de finale, dat, teruggebracht tot vijftien minuten, op single wordt uitgebracht.

Deze keer echter geen kippenvel opwekkende teksten van Theo Koomen zoals bij de goal van Wim Jansen tegen AC Milan. Het toeval wil dat de drie doelpunten (2-1) vallen, wanneer de ingetogen Wim Hoogendoorn aan het woord is. Bij alle drie gebruikt hij het woord ‘schitterend’: ook bij die van Celtic, en bij de verlossende 2-1 van Kindvall is het ‘scheidsrechter Lobello die schitterend de voordeelregel toepast’. De laatste minuten van de wedstrijd zijn gelukkig weer voor Koomen, die de spanning opvoert en met overslaande stem de aan de radio gekluisterde Nederlanders op het puntje van hun stoel brengt:

‘Het moet nu gebeurd zijn, het moet haast gebeurd zijn. Pieters Graafland heeft.... Jaaaaa, Jaaaaa, Jaaaaahoor, het is gebeurd! Het is gebeurd! Feyenoord heeft de Europacup gewonnen! Voor het eerst in de historie heeft een Nederlandse vereniging de beker veroverd, de Europese beker. Een geweldige prestatie!’

Theo Koomen vat het nog eens dunnetjes samen op de achterzijde van de hoes: ‘Die adembenemende demonstratie in San Siro, we zullen erover vertellen aan onze kinderen en kleinkinderen en als ze ons niet geloven, de stumperds, dan zullen we de plaat draaien, de reportage van het mooiste sportevenement, dat ik in mijn leven versloeg.’

Het bijzondere is – anno 2019 moeilijk voorstelbaar – dat heel Nederland met de Europese triomf van Feyenoord meeleeft. De warmbloedige Theo Koomen schrijft dat ‘zelfs de “koudste” Nederlandse verslaggever juichend van de banken rees’, toen Kindvall scoorde.

De single gaat grif over de toonbank in Nederland en staat zelfs twee weken op de tiende plaats in de Top 40. Dat gebeurt in juni. En zo staan de namen van het commentaarduo Theo Koomen en Wim Hoogendoorn tussen popgroepen als Shocking Blue, Simon & Garfunkel, Moody Blues en Creedence Clearwater Revival, dat de Hitparade aanvoert met ‘Up Around The Bend’. 

Vader Abraham
In het succesvolle Europacupjaar 1970 zijn er veel tekstschrijvers die een graantje willen meepikken van de Feyenoord-hausse. Zo vult Pierre Kartner (alias Vader Abraham) na het behalen van de wereldcup in september in razend tempo een hele LP met Feyenoord-liederen. Titel van de LP is ‘Rood En Wit’. Op de hoes poseert de Feyenoord-selectie stoer met over elkaar geslagen armen op de tribune, maar deze keer zingt er niemand mee. Bredanaar Kartner bewerkt de carnavalskraker ‘Bij Ons Staat Op De Keukendeur’  van de Twee Pinten tot het nummer ‘Rood en wit’, met een goed in het gehoor liggende tekst:

En ons Jantje schreef op ‘t behang
Feyenoord is toch voor niemand bang
En op het ouwe ledikant 
Daar staan de woorden ‘hand in hand’
En wat er bij Feyenoord gebeuren zal
Ze blijven altijd aan de bal.

Humor mag niet ontbreken, vindt Kartner, en rijmt:

Na een half uurtje brult het stadion: Die zit
Ome Piet verliest zijn kunstgebit (...)

Kartner, helemaal geen voetbalfan (‘Eigenlijk heb ik een hekel aan sport’), zal een jaar later een LP met Ajax-liederen op de markt brengen, waarin de teksten licht gewijzigd zijn. Dan is het handig dat de twee grote rivalen dezelfde clubkleuren hebben…

Tekst: Jan van der Mast