De jongens van F5 ‘Heb jij tanden?’

Half Marokkaans, half Surinaams, heel Hollands – in een paar minuten hijsen meerdere continenten zich in een Feyenoord-shirt. Alleen Didi maakt geen aanstalten. ‘Trainer John’, zegt hij. ‘Ik heb geld.’
Didi heeft onder in zijn voetbaltas tien cent gevonden. De jongens van F5 verdringen zich om hem heen, pochen over spaarpotten en wie de dikste benen heeft. Cas komt een heel eind, maar over de benen van Menno raken de jongens pas echt niet uitgepraat. Dat móéten wel de dunste zijn. Krak, gebroken, nadat hij weken geleden alles uit de kast had gehaald om de bal te veroveren. Voor Menno het wist zat-ie tot zijn lies in het gips, en wekenlang in een rolstoel. De jongens van F5 hadden eromheen staan zingen, toen Menno met zakjes chips zijn zevende verjaardag kwam vieren op Varkenoord.    
Na de warming-up slaat Niek een arm om Abdel. ‘Ik ben Niek en ik maak je ziek!’
‘Ik ben Abdel met een dikke, vette muil!’
Abdel drinkt uit een bidon. Het gaat Joshua niet snel genoeg. ‘Abdel, yell!’
Daar staan ze, met de armen over elkaars schouders, te gillen over Varkenoord. ‘Wie zijn wij?! Feyenoord! Wat gaan we doen?! Winnen!’
De jongens van F5 zijn één of twee koppen kleiner dan die van Bolnes F1. ‘Hun keeper kan zelfs bij de lat!’ zegt Joshua tijdens zijn reservebeurt. Dan ontdekt-ie een jongen van Feyenoord F3, die vlak achter de wissels een zakje chips leeg kauwt. ‘Heb jij tanden?’ vraagt Joshua.
‘Natuurlijk heb ik tanden.’ 
‘Maar ik zie ze niet.’
Eén seconde een fietsenrek, vol melktanden, paprikachips en een uitgestoken tong.
In de rust steggelen de jongens over wie de corners mag nemen. Didi heeft de oplossing. ‘Ryan’, zegt-ie. ‘Jij neemt er nog één, daarna zijn ze allemaal voor mij.’
Ryan probeert de onderhandelingen nog te openen, maar Didi is al begonnen aan een sprint naar de scheidsrechter. De jongens van F5 staan met 3-2 achter en daar moet nodig wat aan gedaan worden. Het vierde tegendoelpunt is slikken, maar als Didi vlak voor tijd gelijkmaakt staan Niek, Joshua en Abdel langs de kant te springen. ‘Nú wordt het spannend’, zegt de laatste. ‘Nú gaan zij hard spelen.’
Joshua slaat aan het rekenen. ‘Als we winnen, kunnen we nog derde worden!’
Een verdediger van Bolnes vraagt of hij er alsjeblieft uit mag. Zijn leider was al even gestopt met volzinnen. ‘Néé! Tegen Feyenoord! Wíl winnen!’
Niemand wint. Penalty’s, alle jongens in een rijtje voor de penalty’s. Niek tipt Marouan. ‘Bij een grote keeper moet je de bal laag in het hoekje schieten.’
Marouan schiet de bal laag in het hoekje. Hij loopt terug naar Niek. ‘Petr Čech is ook een grote keeper.’
Niek legt uit dat hij géén Panenka gaat doen. Daarna legt hij uit wat een Panenka ís. Dan hoort hij hoe leider Fred zakjes chips belooft. Niek draait zich om en steekt zijn vinger op. ‘Leider Fred’, zegt hij. ‘Een patatje, mag dat ook?’