Fanshop Tickets
Fanshop Tickets

Herhaling persconferentie

Feyenoord heeft op beschamende wijze afscheid genomen van haar verdere Champions League-aspiraties. In de alles of niets wedstrijd tegen Sparta Praag werd niet alleen met 0-2 verloren, de Rotterdammers liepen in de persoon van Pierre van Hooijdonk en Ferry de Haan tot overmaat van ramp ook nog eens tegen twee onnodige rode kaarten op. Feyenoord heeft nog slechts in theorie kans op een plek in de volgende ronde.
Feyenoord kan zich beter gaan richten op het veilig stellen van een plaats in het UEFA Cup-toernooi. Want dat zal op deze manier nog moeilijk genoeg worden. Het is nog niet zo heel lang geleden, dat Henk Timmer in een interview liet weten er niet tegenop te zien nog een poosje als bankzitter door het leven te gaan. Feyenoords reserve doelman stelde toen al blij te zijn met de mogelijkheid om de entourage rond een grote club als Feyenoord van dichtbij te kunnen meemaken en prees zich bovendien gelukkig in de wetenschap dat hij dagelijks met keeperstrainer Pim Doesburg kon werken. ‘Mijn tijd komt nog wel’, zo luidde kort samengevat het relaas van Henk Timmer. ‘Ik heb geen haast’. En dat had de doelman nu niet moeten zeggen. Want uitgerekend op de dag van de Champions League-kraker tegen Sparta Praag, deed Bert van Marwijk een beroep op de Zwollenaar. De coach werd daartoe gedwongen door het uitvallen van Edwin Zoetebier tijdens de afsluitende training voor de wedstrijd. De Volendammer kreeg tijdens weer last van een oude blessure aan de rug en bleek onmogelijk in staat om tegen de Tsjechen onder de lat plaats te nemen. Dus moest Henk Timmer uit Zwolle plotseling vol aan de bak. Dat was de tweede tegenvaller voor Bert van Marwijk, die in de competitie-wedstrijd tegen FC Groningen tot zijn afgrijzen ook Jon Dahl Tomasson al met een van pijn vertrokken gezicht had zien afvallen. Tomasson liep na een tackle van Elshot een beschadiging in het kapsel van z’n enkel op en wist diezelfde zondag al dat hij de kraker tegen Sparta Praag op z’n buik kon schrijven. Het was dan ook in een enigszins geïmproviseerde opstelling, waarmee Bert van Marwijk aan het beladen duel met de Tsjechen begon. Met Collen als rechtsback, Emerton op het middenveld en Leonardo, ondanks z’n dubbele wissel tegen FC Groningen, op links, moest het gebeuren. Iedereen in het Rotterdamse kamp was overtuigd van de noodzaak om thuis tegen Sparta drie punten te pakken, ook al waren de voortekenen wat dat betreft niet al te positief. Wie de koele cijfers bekeek, kwam immers tot de conclusie dat Feyenoord er de laatste zes wedstrijden in de Champions League niet in geslaagd was om een wedstrijd als winnaar af te sluiten. De laatste zege dateerde uit februari 2000, toen Feyenoord een stunt uithaalde door in Rome het sterrenteam van Lazio te verslaan. Wat dat betreft kon het stugge Sparta Praag bogen op een prettiger score. De Tsjechen begonnen aan de wedstrijd in de comfortabele wetenschap dat de ploeg al negen wedstrijden lang geen tegengoal had hoeven incasseren. De wetenschap dat Sparta Praag een taaie tegenstander was, die er absoluut geen moeite mee zou hebben om in De Kuip negentig minuten lang elf man achter de bal te houden om zo te gokken op een enkele counter, maakte het er voor Feyenoord niet gemakkelijker op. De Rotterdammers moesten winnen om nog uitzicht te behouden op de tweede ronde van de Champions Leauge. Bovendien stonden de spelers die er in de eerste wedstrijd bij waren geweest te popelen om de schande van Praag zo snel mogelijk goed te maken. Uit het commentaar dat Patrick Paauwe direct na de afstraffing in Tsjechië had laten horen (‘ik kan niet wachten op de return, het liefst zou ik morgen alweer tegen die gasten spelen om dit verlies goed te maken’) sprak dezelfde strijdlust die ook de andere Feyenoorders hadden laten horen, maar in die revanche-gevoelens schuilde ook gevaar. Wanneer Feyenoord alles op de aanval zou gooien tegen Sparta Praag, zou het de tegenstander ongewild in de kaart spelen. Het was dus een kwestie van doseren, geduld uitoefenen en vooral: op het juiste moment toeslaan. Die instelling verklaarde de openingsfase van de wedstrijd, waarin Feyenoord iets meer balbezit had dan de Tsjechen en het spel zich ook vaak op de helft van de gasten afspeelden. Feyenoord deed pogingen zo compact mogelijk te voetballen, om vervolgens via snel uitgevoerde uitvallen een gat te slaan in de Praagse defensie. Maar wat op papier de meest voor de hand liggende tactiek was, bleek in de praktijk gaandeweg de wedstrijd steeds meer tegen Feyenoord te werken. Veelvuldig balverlies van Leonardo aan de linkerkant had al snel tot gevolg dat de middenvelders zich geremd voelden in hun aanvalsdriften. Daardoor ontstond er gaandeweg de eerste helft steeds meer ruimte tussen middenveld en aanval van Feyenoord, een euvel dat wel vaker in De Kuip viel waar te nemen en waar ook schaduwspits Shinji Ono weinig tot niets aan kon veranderen. Het had tot gevolg dat er gaandeweg de wedstrijd weinig meer overbleef van de aanvankelijke Champions League-stemming in het stadion. Het spel van Feyenoord werd grotendeels in stilte gadegeslagen, wat met name kwam door het ontbreken aan Rotterdamse kansen. In feite kreeg Feyenoord in de eerste helft maar drie mogelijkheden. Dat was na een kwartier, toen Bosvelt het van afstand probeerde maar zijn schot tot corner zag worden getikt. Vervolgens schoot Van Hooijdonk een vrije trap van een meter of achttien maar net over de lat en kopte Paauwe in de slotfase via de grond naast. Op het moment dat Paauwe met gevaar voor eigen leven zijn hoofd tegen de bal zette, stond Feyenoord wel al op een 0-1 achterstand. Sparta Praag - dat in de hele eerste helft welgeteld één kans had gehad maar toen buiten de reflexen van Henk Timmer had gerekend – bleek, zoals gevreesd, aan de kleinste mogelijkheid voldoende te hebben. Twee minuten voor rust, een ongunstiger moment was voor Feyenoord niet denkbaar, rook Jarosik zijn kans, toen hij van een meter of 20 mocht aanleggen voor een vrije trap. De Tsjech had geen enkele moeite met het slecht opgestelde muurtje en joeg de bal vervolgens onhoudbaar in de kruising: 0-1. De goal van Jarosik zorgde voor de slechtst denkbare stand om mee aan de tweede helft te beginnen. De Tsjechische voorsprong had immers tot gevolg dat Feyenoord gedwongen werd meer risico in het aanvalsspel te leggen, wat bij een gebrekkige uitvoering onvermijdelijk tot countermogelijkheden voor de gasten zou leiden. Het zal voor Bert van Marwijk de hoofdreden zijn geweest om Leonardo in de kleedkamer achter te laten en het met Kalou te gaan proberen. Het veelvuldige balverlies van de kleine Braziliaan zou bij de 0-1 achterstand een onverantwoorde risicofactor zijn, zo moet Feyenoords coach hebben geredeneerd. De inbreng van Kalou had direct een positief effect op het spel van de Rotterdammers. Er kwam meer vuur in de wedstrijd, waardoor ook het publiek zich weer begon te roeren. Nadat Henk Timmer met een goede reflex een inzet van Sionko had gekeerd, zorgde het gepriegel van de Ivoriaan voor een aantal gevaarlijke situaties in het Praagse strafschopgebied. Toch ontstond de beste kans in die fase van de wedstrijd niet door toedoen van Kalou, maar door een uitstekende rush van Emerton. De Australiër gleed met een meesterlijke beweging langs zijn tegenstander en gaf een voorzet op Van Hooijdonk, die zijn schot op de lat zag eindigen. Het leek het begin van een fase waarin een Rotterdamse goal slechts een kwestie van tijd was, toen alles in duigen viel voor Feyenoord. Aangevuurd door de plotseling weer fantastische sfeer in het stadion, ging Feyenoord steeds harder de duels in. Helaas ging uitgerekend Pierre van Hooijdonk, de meest ervaren Feyenoorder, daarbij over de grens. Hij schopte onder het oog van scheidsrechter Dauden Ibanez z’n plaaggeest Jarosik van achter op de enkels en kon direct gaan douchen. Maar het werd nog veel erger voor het gefrustreerde Feyenoord. Kort na de uitsluiting van Van Hooijdonk had ook Ferry de Haan z’n emoties niet onder controle. Hij gooide na een overtreding met veel misbaar de bal weg en kreeg tot z’n ontzetting z’n tweede gele kaart van de avond. Daarmee gaf hij Feyenoord het laatste zetje over de afgrond, want met negen was het slechts een kwestie van tijd voordat Sparta Praag de genadestoot zou uitdelen. Dat gebeurde uiteindelijke in de 78ste minuut, toen Novotny de 0-2 kon binnenkoppen. Ook de hartstochtelijke aanmoedigingen van de supporters konden het tij toen niet meer keren. Ondertussen was arbiter Dauden Ibanez de gebeten hond in Rotterdam, maar Feyenoord had het toch echt aan zichzelf te danken dat het op deze wijze onderuit ging. (KLIK VOOR STATISTIEKEN HIER ONDER)