FEYENOORD A1 HEROPENT COMPETITIE TEGEN SPARTA
Dertien gespeeld, tien gewonnen, twee gelijk, één verloren, ziedaar de fraaie reeks die Feyenoord A1 halverwege de competitie op 32 punten bracht. Virtueel fietsen de Rotterdammers daarmee in het geel. De voorsprong van Vitesse en Ajax bedraagt weliswaar één punt, maar de Arnhemmers en de Amsterdammers hadden daar respectievelijk één en twee wedstrijden meer voor nodig dan Feyenoord. PSV (27 uit 13) is ook nog in de race om de titel.
Vanaf FC Twente, vijfde met 25 uit 14, lijkt het nog slechts te gaan om des keizers baard. Zorgelijk is de situatie voor Sportclub Feyenoord A1, dat met slechts 3 punten uit 14 de voorlaatste plaats bezet. Onderaan (2 uit 14) staat Stormvogels/Telstar.
Op zaterdag 19 januari hoopt Feyenoord A, waarin Richal Leitoe de topsorer is, de draad die het voor de winterstop met succes volgde weer op te pakken. Om half drie wacht daartoe op het eigen Varkenoord de strijd met Sparta, dat met 14 uit 14 op papier niet de meest lastige tegenstander van het pak lijkt. Eerder deze competitie won Feyenoord de uitwedstrijd tegen de stadgenoot met 0-2.
Een nieuwe zege zal het zelfvertrouwen van het elftal van trainer/coach Albert Stuivenberg – samen met Mario Been verantwoordelijk voor Feyenoords hoogste jeugdteam – meteen na de winterstop goed doen. En dat kan met het oog op de komende wedstrijden beslist geen kwaad. Feyenoord A immers, weet zich in zijn jacht op de derde landstitel op rij in het vooruitzicht van een loodzwaar aantal uitwedstrijden. Van de nummers één tot en met zeven op de ranglijst komt alleen FC Twente naar Rotterdam.
Dat niet onbelangrijke gegeven, gevoegd bij de moeite die Feyenoord zo nu en dan kende om ook zijn thuiswedstrijden in winst om te zetten (drie keer stond de ploeg met 0-2 achter, twee keer werd die stand nog omgebogen in winst, alleen tegen Ajax ging het verkeerd), verontrust Stuivenberg niet. De coach spreekt van ‘een uitstekend leerjaar’ en is tevreden met de progressie die een aantal van zijn spelers maakt. Slechts over het relatief geringe aantal doelpunten dat zijn ploeg ten opzichte van de concurrentie scoorde (Vitesse maakte er 35, Ajax 43 en PSV 36) is hij wat minder te spreken. ‘Gemeten naar het aantal kansen is 29 inderdaad nogal aan de karige kant. In tegenstelling tot andere zaken in een elftal, is dat een kwaliteit die echter niet is te beïnvloeden.’