BAAN: 'WE MOETEN KARAKTER TONEN'
Bij ontstentenis van voorzitter Jorien van den Herik was het ook dit jaar Rob Baan die namens Feyenoord de gasten van de nieuwjaarsreceptie toesprak. Al had Feyenoords technische directeur geen concrete primeurs te melden, hij was wel opmerkelijk direct in zijn speech. ‘Feyenoord en zijn spelers zullen dit jaar karakter moeten tonen’, sprak Baan, verwijzend naar de sportieve malaise waarin de Rotterdammers eind 2002 belandden.
De tendens van het met humor doorspekte verhaal van Rob Baan was dat Feyenoord in de tweede helft van het seizoen zal moeten laten zien wat het waard is. En daarmee sprak Baan niet alleen over de spelers (‘verliezen bij RBC, dat kan echt niet!’), maar ook over het bestuur van de club. Want dat zal een uiterste krachtsinspanning leveren om het niveau van het elftal te handhaven en waar mogelijk te verbeteren.
Spectaculaire aankopen uit eigen land hoeft het publiek voorlopig echter niet te verwachten. De prijzen liggen daarvoor inmiddels te hoog, zo bleek onlangs toen Feyenoord trachtte de Utrechtenaren Pascal Bosschaart en Dirk Kuyt los te weken. Daarom zijn de Rotterdammers ook in de nabije toekomst genoodzaakt over de grenzen te kijken. Voorwaarde voor het aantrekken van spelers uit (verre) buitenlanden is echter wel dat zij een absolute versterking betekenen. De stage van de Chinese aanvaller Qu Bo moet in dat licht bezien worden.
‘Je moet echter geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt’, voegde Baan er aan toe. Reden waarom de club zo snel mogelijk de contracten van de routiniers in het elftal van Bert van Marwijk wil verlengen. Maandagochtend had Baan daarom een eerste gesprek met Rob Jansen, de zaakwaarnemer van onder andere Kees van Wonderen en Pierre van Hooijdonk.
Vooral over laatstgenoemde was afgelopen jaar veel te doen. ‘Feyenoord is Van Hooijdonk hoor je overal’, zei Baan. ‘En dat is ook zo. Maar degenen die roepen dat Van Hooijdonk te belangrijk is, zijn vaak ook degenen die kritiek hadden toen we hem haalden. Feit is dat Pierre zijn huidige positie helemaal zelf heeft afgedwongen en dat hij ongelooflijk belangrijk is voor ons. Daarom willen we ook héél graag met hem door.’
Toch had Baan ook een kritische noot te kraken over het fenomeen uit Steenbergen en met name over het feit dat Van Hooijdonk eigenlijk overal wel een mening over heeft. ‘Pierre doet soms uitspraken over zaken waar hij zich niet mee moet bemoeien. Dat komt voort uit zijn fanatisme en zijn wil om overal het uiterste uit te halen. Dat is op zich goed, maar hij moet wel oppassen dat hij geen medespelers kwetst. Dat soort kritiek is prima voor in de kleedkamer, maar niet voor daarbuiten.’
Baan eindigde zijn relaas met een toelichting op het feit dat zijn vijfjarige kleinzoon dit keer op het appèl ontbrak. De kleuter was er vorig jaar in geslaagd de gehele speech van zijn grootvader uit te zitten zonder ook maar één kik te geven, maar dit jaar wilde het ventje niks van de receptie weten. ‘Hij is boos op zijn opa’, verklaarde Baan. ‘De reden is dat ik hem afgelopen kerst heb verboden om ‘De herdertjes lagen bij nachte’ te zingen…’