Fanshop Tickets
Fanshop Tickets

BEKERFINALE ÉÉN GROTE DECEPTIE VOOR FEYENOORD

De bekerfinale is voor Feyenoord uitgelopen op een gigantische deceptie. In eigen Kuip werden de Rotterdammers afgetroefd door een vechtlustig FC Utrecht, dat met een duidelijke 4-1 zege de Amstel Cup voor zich opeiste. Feyenoord stond bij rust al met 1-0 achter en stortte gaandeweg de tweede helft volledig in. Kalou kon de eer nog wel redden, maar daar tegenover stond de uitsluiting van Paul Bosvelt.
Hij kreeg een rode kaart wegens reclameren, nadat scheidsrechter Bossen Feyenoord een zuivere strafschop had onthouden. Feyenoord begon aan de bekerfinale in een opstelling die pas op het laatste moment was samengesteld. Bert van Marwijk had lange tijd de hoop gehad dat Shinji Ono snel genoeg zou herstellen van zijn blessure om aan de eindstrijd deel te nemen, maar de Japanner moest in de loop van de zondagochtend zijn trainer toch laten weten dat hij niet op hem hoefde te rekenen. Dat was voor Van Marwijk, die eerder in de week ook al de belangrijke schakel Kees van Wonderen was kwijtgeraakt, het sein om de knoop definitief door te hakken. Emerton (en niet Acuña) kreeg de opdracht de plek van Ono op het middenveld over te nemen. Song werd vervolgens tot rechtsback gepromoveerd. Van Feyenoords vaste verdedigers waren zo alleen nog Gérard de Nooijer en Patrick Paauwe over. Ze zullen door Van Marwijk in aanloop naar de laatste wedstrijd van het seizoen regelmatig zijn gewaarschuwd voor een furieus Utrechts openingsoffensief, maar toen het eenmaal zes uur was en scheidsrechter Bossen in een kokende Kuip voor het begin floot, bleek er van de verwachtte stormloop geen spoor. Het had een openingsfase tot gevolg die voornamelijk in het teken stond van aftasten. Dat gold met name voor FC Utrecht, dat al snel moeite bleek te hebben met de positiewisselingen van Van Persie en Kalou. Feyenoord had in die openingsfase een licht voordeel, kwam achterin lange tijd niet in problemen en wist ook een aantal keren aardig op te rukken. Tot uitgespeelde kansen leidde dat in die periode nog niet, maar de eerste slag was – hoewel niet al te overtuigend – toch voor Feyenoord. Door het gebrek aan stootkracht voorin, was het dan ook niet verwonderlijk, dat de twee beste Rotterdamse kansen het gevolg waren van standaardsituaties. Eerst zag Van Persie een prima vrije trap nog maar ternauwernood gestopt door Wapenaar. Er waren toen tien minuten gespeeld. Een klein kwartier later, in een fase waarin de wedstrijd eerder rommeliger dan beter werd, was het weer Van Persie die de inleiding vormde voor een Rotterdamse kans. Zijn hoekschop belandde via de rebound uiteindelijk voor de voeten van Paauwe, die met alle kracht op doel schoot en zijn schot rakelings naast zag gaan. Het was vervolgens zuur voor Feyenoord dat FC Utrecht in een vergelijkbare situatie veel meer geluk had. Na een van de spaarzame keren dat Utrecht een aanval had weten op te zetten, belandde een afgeslagen bal na een corner voor de voeten van De Jong, Ook hij probeerde het, net als Paauwe, met een zondagsschot, met als verschil dat zijn poging gelijk raak was: 1-0. Feyenoord begon dus met een psychologische achterstand aan de tweede helft. Dat werd al snel veel erger, toen Paauwe een diepe bal verkeerd inschatte en daarna alleen maar kon toezien hoe Gluscevic alleen op Lodewijks afging. Feyenoords doelman wist zijn lichaam nog wel gedeeltelijk voor de bal te gooien, maar dat was onvoldoende om Gluscevic van scoren te houden: 2-0. Feyenoord kreeg de kans om snel iets aan die achterstand te doen op het moment dat Van Hooijdonk een vrije trap mocht nemen. Zijn schot zeilde weer onhoudbaar langs de muur en keeper Wapenaar, maar op de doellijn stond verdediger Schut om de bal weg te koppen. Iets later scoorde Van Hooijdonk wel met een kopbal, maar toen werd zijn goal afgekeurd vanwege een overtreding op Vreven. Na die tegenvaller werd het alleen maar erger voor Feyenoord. De organisatie was bij vlagen volledig zoek. Daarbij had Feyenoord ook nog eens de pech dat Stijn Vreven na dik tien minuten spelen in de tweede helft, vanuit ogenschijnlijke buitenspelpositie mocht doorgaan op de rechterflank. Zijn voorzet was op maat en betekende voor Gluscevic een prima mogelijkheid om de 3-0 aan te tekenen, wat hij dan ook deed. Daarmee was de finale in een vroeg stadium beslist. Van Marwijk besloot nog wel te wisselen (Lurling voor Van Persie en Bombarda voor De Nooijer) maar het leek mosterd na de maaltijd. Toch kwam Feyenoord nog terug. Kalou bepaalde met een venijnig afstandsschot de tussenstand op 3-1. Het leek te laat voor Feyenoord, tot invaller Bombarda een kwartier voor tijd door Schut naar de grond werd getrokken in het strafschopgebied. Het was het schoolvoorbeeld van een strafschop, maar Bossen zag er om mysterieuze redenen niets in. De woede in het Feyenoord kamp bereikte daardoor het kookpunt met Bosvelt uiteindelijk als grootste slachtoffer. Na het uitbundige reclameren bij Bossen, kreeg hij om die reden de rode kaart voorgehouden. Met de vroegtijdige aftocht van aanvoerder Bosvelt was het verzet gebroken. Een vierde Utrechtse goal, uitgerekend van de aanstaande Feyenoorder Kuyt, maakte de deceptie voor Feyenoord tien minuten voor tijd compleet.