VAN DRIEL GELUKKIG MET LANGER VERBLIJF BIJ EXCELSIOR
Kralingen is in de ban van de naderende titel. Nog drie wedstrijden te spelen en het kampioenschap van de eerste divisie mag Excelsior eigenlijk niet meer ontgaan. De mannen van trainer Van Stee hebben vijf verliespunten minder dan naaste concurrent Den Bosch en dit verschil zou genoeg moeten zijn. Van spanning binnen de spelersgroep is dan ook weinig te merken. Alhoewel niemand het nog hardop wil zeggen, weten de spelers het weldegelijk: het zou wel heel dom zijn wanneer we dit nog uit handen geven. Logisch dat de stemming bij Excelsior opperbest is.
Voor Mels van Driel, linksback van de toekomstig kampioen en gehuurd van Feyenoord, is het helemaal een mooi seizoen. Deels natuurlijk door de prima prestaties van zijn ploeg, maar hij is ook tevreden over zijn eigen ontwikkeling. Het ging zelfs zo voortvarend dat Van Driel in zijn eerste echte jaar in het betaald voetbal al een vaste waarde werd. Schijnbaar moeiteloos heeft hij zich aangepast aan het niveau van de tweede club van Rotterdam. Al vindt de voormalig jeugdinternational dat zelf helemaal niet zo verrassend: ‘Ik kende al zoveel jongens en het spelsysteem is gelijk aan wat ik altijd gewend was. Eigenlijk is Excelsior Feyenoord in het klein. Het verschil tussen Jong Feyenoord (waarvoor Van Driel afgelopen seizoen nog uitkwam, red.) en Excelsior zit hem meer in kleinere dingen. Het tempo in de eerste divisie ligt wel vrij hoog en de beleving is anders. Ik voel me prettig zo’n omgeving.’
Blijkbaar heeft de plezierige omgeving een goede uitwerking gehad op de ontwikkeling van Van Driel. Terugkijkend kan hij alleen maar zeggen dat de (tijdelijke?) overstap naar Woudestein een slimme zet is geweest. ‘Nog steeds zien spelers van Feyenoord Excelsior als een stap terug. Ik heb echter nooit getwijfeld, al wist ik ook niet precies wat me te wachten stond. Het niveau van de eerste divisie is me zeker niet tegengevallen en alleen van het wekelijks voetballen op een hoog niveau word je beter. Ik ben zelf vooral verdedigend sterker geworden. In de eerste divisie sta je geregeld tegen een echte rechtsbuiten, maar weggespeeld ben ik nooit.’ Dat de Kralingers het volgend seizoen op een hoger niveau mogen proberen, is vrijwel zeker. En dat hadden slechts weinigen op voorhand gedacht. ‘Als ik eerlijk ben, ook ik had niet verwacht dat we om de titel zouden meedoen’, zegt Van Driel. ‘Er zijn afgelopen seizoen veel spelers vertrokken en daarvoor in de plaats kwamen jonge, talentvolle mensen. We bleken als collectief meteen goed te kunnen voetballen. En met onze aanvallers scoorden we altijd.’
Het is afwachten hoe Van Driel zich in de eredivisie staande weet te houden. Feyenoord heeft inmiddels besloten dat hij ook volgend seizoen aan Excelsior uitgeleend zal worden. Een beslissing waar Van Driel veel sympathie voor op kan brengen. ‘Natuurlijk zou ik het liefste bij Feyenoord voetballen. Maar het heeft ook geen zin om als derde of vierde keus te fungeren. Ik heb er helemaal geen probleem mee om volgend jaar opnieuw hier te spelen. Ik heb het prima naar mijn zin.’ Maar toch is er dit seizoen één moment geweest dat Van Driel dacht: ik zou wel terug willen naar Feyenoord. ‘In februari haalde Feyenoord Mtiliga als linksback naar De Kuip. Op dat moment had ik ook zoiets van: ik had daar nu moeten staan. Maar ik ben ook zo eerlijk om te zeggen dat ik toen niet goed stond te voetballen. En dan ben ik een te groot risico voor Feyenoord. Volgend jaar loopt mijn contract bij Feyenoord af, het hangt van mezelf af wat erna zal gebeuren. Sommige spelers staan op hun twintigste al in Feyenoord I, een ander heeft langer nodig. Bosvelt was ook al wat ouder toen hij Feyenoord haalde.’
Al te ver wil Van Driel ook niet in de toekomst kijken. Eerst maar eens zorgen dat de champagne definitief ontkurkt kan worden. Met een overwinning op Sparta kan wellicht de belangrijkste stap gezet worden, maar ‘dit is een wedstrijd op zich. Ik wist niet dat de rivaliteit tussen Sparta en Excelsior zo groot was, maar dit is vergelijkbaar met Feyenoord – Ajax, alleen het niveau is anders. Het wordt dus een moeilijke wedstrijd, die ons hopelijk drie punten oplevert. Maar als we winnen, zijn we kampioen. Dat weet ik zeker.’