GOLFBEWEGINGEN VAN EEN TOPCLUB (1)

SEIZOEN 1989/1990
Wie de groepsfoto op het moment van afdrukken bekeek, had het niet voor mogelijk gehouden dat deze selectie op het punt stond om op een sportieve ramp af te stevenen. Zelf zagen deze jongens die catastrofe al helemaal niet aankomen, want ze maakten er zelf deel van uit. Op papier zag het er namelijk allemaal wel leuk uit. Je ziet de helft van het kampioenselftal staan van een paar jaar later (1993), gelardeerd met gelouterde profs als Hiele, Troost, Lokhoff, Van Geel, Brands en Smolarek. Maar in de praktijk klopte er helemaal niets van.

Maup Martens was in die jaren (tot de zomer van 1994 om precies te zijn) assistent-trainer en maakte alle heisa in en rond de club van dichtbij mee. ‘Er liepen gewoon veel te veel van hetzelfde type spelers rond’, herinnert Martens zich uit die tijd, ‘de balans was helemaal zoek. Taument en Blinker kwamen net kijken, Metgod en Heus waren nieuw en zochten hun draai en De Wolf kwam met een zware knieblessure en heeft dat hele jaar niet gespeeld. Dan hadden we Pim Verbeek, de jongste trainer van de eredivisie, die alleen maar een jaartje ervaring bij De Graafschap had opgedaan. Sommige spelers waren ouder en verder dan hij. Je had allerlei groepjes. Het liep van geen kant. Met als dieptepunt dat tegen Fortuna Sittard supporters het veld opstormden. Dat had ik met Rinus Israel al een keer meegemaakt en nu moest ik het met Pim op een lopen zetten. Hoewel ik nog steeds geloof dat het eerder provocerend dan bedreigend was van de fans. Ik denk niet dat ze op ons hachie uit waren, maar goed, dat hebben we maar niet uitgeprobeerd.’ 

Maar er was, naast de sportieve ellende, meer. Begin van de jaren negentig staat Feyenoord als gevolg van de HCS-affaire aan de rand van de financiële afgrond. Gedurende het seizoen groeit de onrust op en rond het veld. Tal van wijze mannen bemoeien zich met de club. Oud-staatssecretaris Joop van der Reijden stelt een peperduur rapport op, drs. Martin Snoeck wordt aangesteld als manager maar verdwijnt al gauw weer van het toneel. Spelersmakelaar Ger Lagendijk wordt vervolgens aangesteld als technisch adviseur. Hij heeft lijntjes op de spelersmarkt, maar al snel blijken dat vooral zijlijntjes te zijn, want naast het binnenhalen van de internationale toptrainer Gunder Bengtsson (die in de winterstop boven Pim Verbeek wordt aangesteld) koopt Lagendijk (tegenwoordig nog steeds zaakwaarnemer van Erwin en Ronald Koeman) de spelers Gerrit Plomp, Harry van der Laan en Stanislav Griga, niet echt gouden grepen om het boterzacht uit te drukken.

‘Toen hadden we nog meer van hetzelfde’, zegt Martens, ‘maar bovendien werd de sfeer steeds slechter en slechter. Die trainingen van Bengtsson waren voor de spelers echt niet meer om te harden. Die jongens gingen op een gegeven moment met tegenzin naar de training. Ik kan me herinneren dat de helft van de groep een deel van de training alleen maar stil moest staan en dan draaide de rest daar met een bal omheen. Je zag het laatste beetje spelvreugde zo uit de ploeg wegvloeien. Zo erg had en heb ik het niet meegemaakt.’

Feyenoord werd dat seizoen elfde. Een dieptepunt in de clubgeschiedenis.

In de volgende aflevering: seizoen 1990/1991.