Bericht uit de bergen: Warner Hahn
Warner Hahn stapte woensdagavond balend van het veld in Kematen, wat alles te maken had met het late tegendoelpunt dat hij in het oefenduel met de Oostenrijkers (1-8) had moeten incasseren. ‘Voor mij is zo’n doelpunt een grote smet op de avond’, legde de sluitpost uit. ‘Als keeper weet je dat het in dit soort wedstrijden met weinig tegenstand lastig is om je te onderscheiden, omdat je niet veel te doen krijgt. Desondanks wil ik mijn taak zo goed mogelijk uitvoeren en dan is een tegendoelpunt vervelend.’
Hoe zeer hij ook baalde van het moment in de slotfase, het doet niets af aan het zelfvertrouwen waarmee de talentvolle doelman in Oostenrijk op het veld staat. De periode onder de lat bij PEC Zwolle heeft hem naar eigen zeggen goed gedaan. ‘Ik heb een prima jaar gehad in Zwolle, met de zesde plaats was het voor de club het beste seizoen uit de historie. Alles wat ik kon spelen, heb ik gespeeld en daardoor heb ik veel ervaring opgedaan, wat natuurlijk precies de bedoeling was van de verhuurperiode. Ik merk dat ik door het keepen van een groot aantal wedstrijden in de Eredivisie een betere keeper ben geworden en dat ik veel rustiger ben in het doel.’
Vanaf de eerste training van het seizoen 2015-2016 meldde Hahn zich weer bij Feyenoord, waar hij tot zijn genoegen een gretige groep aantrof. ‘Na het voor Feyenoord teleurstellende slot van vorig seizoen, merk ik dat de jongens uit zijn op eerherstel. Er wordt hard getraind en iedereen is gebrand om zich te laten zien, zeker ook hier op trainingskamp. We hebben een goede mix van ervaren spelers en jonge talenten. De jongens die vanuit de A1 zijn aangesloten kunnen hartstikke goed voetballen. Het is aan ons om samen een hecht team te vormen en prestaties te gaan neerzetten.’
Dat Hahn in De Kuip de strijd aan moet gaan met Kenneth Vermeer, schrikt hem niet af. ‘Kenneth barst van de ervaring, hij heeft Champions League gespeeld en interlands achter zijn naam staan. Dat betekent dat ik van hem kan leren, terwijl hij ook veel aan mij kan hebben. Daarom zie ik concurrentie ook niet als iets negatiefs. We beschikken over een kwalitatief sterke selectie, als er iemand wegvalt gaat het niveau niet direct naar beneden.’