El Ahmadi: ‘Donderdag moeten we er weer staan’
El Ahmadi gaf na afloop van de thuisnederlaag te kennen vooral geschrokken te zijn van de terugval van Feyenoord in de eerste helft. ‘Als je zoals wij al vroeg op achterstand komt tegen Willem II, moet je, met alle respect, nog in staat zijn om dat om te buigen. In plaats daarvan werd ons spel steeds onrustiger. Het verval met de eerste minuten, toen we nog redelijk startten, was te groot. Het mag niet hoe wij de doelpunten hebben weggegeven.’
Volgens de middenvelder is het zaak snel de knop om te zetten, al is het alleen maar omdat aanstaande donderdag de eerste wedstrijd wacht in de groepsfase van de Europa League. ‘Dan moeten we er weer staan. Het moet scherper en wat mij betreft mogen we veel meer uitstralen dat wij Feyenoord zijn. Dat heb ik vandaag gemist vanaf het moment dat we achter kwamen. In dat opzicht is het prettig dat donderdag alweer de volgende wedstrijd wacht. Zo kunnen we de focus verleggen.’
Volgens Colin Kazim-Richards is een goed resultaat in een grote wedstrijd als tegen Sevilla de ideale kans om de kater van een competitienederlaag weg te spoelen. De aanvaller, die tegen Willem II zijn officiële debuut maakte voor Feyenoord is er dan zelf niet bij, omdat hij tegen de Spanjaarden de laatste wedstrijd van zijn Europese schorsing van drie duels uitzit. Wel liet hij na afloop weten stappen te maken richting volledige fitheid. ‘Ik heb de laatste tijd veel extra werk verricht. Daarom is het voor mij positief om zoals vandaag een half uur speeltijd te pakken, dat is wat ik nodig heb.’
Kazim-Richards wilde niet te lang stilstaan bij het doelpunt waarmee hij zijn debuut opluisterde. ‘Dat is mooi voor mezelf, maar dat telt alleen bij een overwinning. Ik ben nu alleen maar teleurgesteld over het resultaat.’ De spits redde nog bijna een punt voor Feyenoord, door kort na de 1-2 uit een omhaal rakelings naast te schieten. ‘Het zag er waarschijnlijk mooi uit en ik heb nog nooit op die manier gescoord, maar bijna telt niet. We moeten dit vergeten, ons richten op de komende duels en keihard werken om hieruit te komen.’