Boëtius: ‘Alle schijnwerpers zijn gericht op de Klassieker’
Denk je dat jouw debuut een andere impact had gehad als jullie tegen een andere tegenstander hadden gespeeld?
‘Moeilijk te zeggen, maar Feyenoord – Ajax brengt natuurlijk iets extra’s met zich mee. Dat is dé wedstrijd, waar alle schijnwerpers op zijn gericht. Hoe hoger het podium, hoe meer waarde een prestatie krijgt. Ik stond die middag tegen Ricardo van Rhijn, een international. Dat weegt mee in de beoordeling. Ik speelde lekker en onbevangen, maar wat ook hielp is de uitslag. We speelden gelijk, maar we hadden ook kunnen winnen of verliezen. Daar denk ik wel eens over na, net als dat ik me soms afvraag: wat als ik die dag niet was gedebuteerd? Het leek wel een jongensboek, alsof het zo had moeten zijn. Scoren tijdens je debuut, in een uitverkochte Kuip tegen Ajax… alles kwam samen. Ik zal die wedstrijd en alles wat er die dag gebeurde nooit vergeten, maar ik blijf er niet in hangen. Het gaat om het heden.’
Wat maakt een Klassieker zo speciaal?
‘Het is bijna niet te beschrijven hoeveel impact een Klassieker heeft. Bij de supporters leeft die wedstrijd al weken van te voren. Die beleving is niet gespeeld, maar puur. Wat misschien ook meeweegt is dat overwinningen op Ajax niet vaak voorkomen. De laatste keer, met Guidetti, zat ik op de tribune. De sfeer was ongelofelijk, het stadion trilde helemaal. Nog geen jaar later speelde ik zélf de Klassieker. Dan beleef je zo’n wedstrijd heel anders, maar niet minder intens. Ik weet nog dat we lange tijd tegen een achterstand aankeken, maar De Kuip was geen moment stil. De supporters bleven ons naar voren schreeuwen. Het is een cliché, maar als speler komen er dan extra krachten los om te blijven vechten voor de overwinning. Verliezen is geen optie.’
Een maand voor je debuut speelde je op Varkenoord met Feyenoord A1 tegen Ajax A1. Zijn die wedstrijden met elkaar te vergelijken?
‘Ja en nee. De hele entourage was in de jeugd natuurlijk minder, evenals bijvoorbeeld de media-aandacht. Daarnaast zijn er in tactisch opzicht veel verschillen. In jeugdelftallen staat de speelwijze vaak vast en ga je uit van eigen kracht, tegen wie je ook speelt. Bij het eerste worden meer accenten gelegd op de tegenstander, wat logisch is gezien de grotere belangen. Qua rivaliteit zie ik geen verschil, die is er in de jeugd óók. Ik heb geen hekel aan Ajax of aan Amsterdam, ik ken zelfs veel jongens van nationale jeugdelftallen, maar wanneer we tegen elkaar moesten was ik er dagen van te voren al mee bezig. Die spanning vóél je, bijvoorbeeld de avond ervoor of ’s ochtends bij het opstaan. Het gekke is dat ik die spanning bij mijn debuut juist niet voelde. Ik dacht meer na over het spelen in De Kuip op zich dan dat we tegen Ajax moesten.’
Hoe waren de resultaten in de jeugd tegen Ajax?
‘Wisselend. Net als met het eerste maakt het veel verschil of je uit of thuis speelt. Feyenoord wint niet vaak in de Arena, maar ik kan me ook niet veel overwinningen op De Toekomst (thuisbasis van Ajax-jeugd, red.) herinneren. Als de spelersbus daar het terrein op draaide, voelde je al dat vrijwel iedereen tegen ons was. Zij werden daardoor juist nog zelfverzekerder, wat het voor ons heel lastig maakte om daar te winnen. Andersom was dat ook zo. Op Varkenoord stond iedereen achter ons en voelden wij ons heel sterk.’
Lees het volledige interview met Jean-Paul Boëtius in het nieuwe Feyenoord Magazine, dat deze week op de mat valt bij alle leden van Het Legioen. Het officiële clubmagazine is daarnaast los in de winkel verkrijgbaar voor 3,99 euro. In de nieuwe editie van Feyenoord Magazine is ook onder meer plaats voor een luistertest met Stefan de Vrij, een voorpublicatie uit de biografie van John de Wolf, een reportage over een bezoek aan Tim de Cler en een interview met Wim van Sluis, voorzitter van de verkenners die onderzoek doen naar een toekomstbestendige huisvesting voor Feyenoord.