Fanshop Tickets
Fanshop Tickets

Herhaling persconferentie

Feyenoord reist over twee weken naar Duitsland in de wetenschap dat het aan een 0-0 gelijkspel genoeg heeft om de volgende ronde van het UEFA Cuptoernooi te bereiken. In een geïmproviseerde opstelling, danken de Rotterdammers dat aan de trefzekerheid van Shinji Ono. De Japanner deed tien minuten voor tijd waar nog maar weinigen in De Kuip rekening mee hielden. Hij scoorde en bezorgde Feyenoord zo de waardevolle 1-0 winst.
De spelers van Feyenoord en Vitesse stonden afgelopen zaterdagavond nog onder de douche, toen Feyenoord-coach Bert van Marwijk al voorzichtig vooruitkeek naar de UEFA Cupontmoeting met SC Freiburg. Hij deed dat met een zorgelijke blik. ‘Het feit dat we met veel blessuregevallen kampen is inmiddels een gegeven waaraan ik gewend ben geraakt’, zei Van Marwijk, ‘maar over de blessure van Kees van Wonderen maak ik me wel zorgen’. De coach had even daarvoor z’n routinier met een hamstringblessure zien uitvallen en vreesde voor diens inzetbaarheid tegen de Duitsers. Die vrees bleek terecht, want op de dag dat het treffen met Freiburg op het programma stond, bleek Van Wonderen op geen enkele manier in staat aan de wedstrijd deel te nemen. Dat was de zoveelste teleurstelling voor Van Marwijk, die tot nu toe elke keer de verleiding weerstond om de tegenslagen als excuus voor mindere prestaties te gebruiken, maar inmiddels toch ook af en toe moedeloos moet worden van de pech die zijn spelersgroep overkomt. Met zeven spelers in de lappenmand (Paauwe, Van Wonderen, Van Gobbel, Van Gastel, Tininho, Collen, Van Haaren) moet Van Marwijk de afgelopen dagen af en toe het gevoel hebben gehad in een aflevering van Medisch Centrum West te zijn beland. De ene speler meldt zich nog niet fit, of de volgende kan weer worden bijgeschreven op het absentielijstje. Nog afgezien van het feit dat de coach sowieso geen beroep kon doen op Brett Emerton (interlandverplichtingen met Australië) en Pierre van Hooijdonk (geschorst). De enige Rotterdammers voor wie de blessuregolf nog een positief kantje heeft, zijn de talenten op Varkenoord. Voor hen lijkt de overstap naar De Kuip plotseling een stuk kleiner geworden. Civard Sprockel was de eerste die dat mocht ervaren. Hij gaf het begrip ‘bliksemstart’ een nieuwe definitie, door eerst op verdienstelijke wijze z’n debuut te maken in de topper tegen Vitesse, om z’n optreden vervolgens gelijk maar op Europees niveau vervolg te geven. Sprockel stond tegen SC Freiburg voor de tweede maal in de basis en vormde ook nu een duo met centrale verdediger Ferry de Haan. Saïd Boutahar, het andere Feyenoord-talent dat vanwege de personele problemen aan de A-selectie was toegevoegd, kwam zo ver nog niet, maar zal ongetwijfeld blij zijn geweest met het plekje dat Bert van Marwijk voor hem in de dug-out had gereserveerd. Het personeelstekort aan Rotterdamse zijde, zorgde er ook voor dat Jan de Visser weer eens aan spelen toekwam. Als vervanger van Patrick Paauwe (hamstringblessure) mocht hij als linkermiddenvelder in de basis starten. Dat was voor De Visser in zoverre een primeur, dat hij dit seizoen nog geen minuut in De Kuip speelde. Hij speelde dit seizoen, zij het sporadisch, wel al eerder in het eerste, maar tot nu toe gebeurde dat altijd in uitwedstrijden. Jan de Visser was overigens wel één van de spelers die het in januari van dit jaar nog opnam tegen SC Freiburg. Dat gebeurde op een achterafveldje in het Portugese Vilamoura, waar zowel Feyenoord als de Duitsers hun trainingskamp hadden opgeslagen. De Rotterdammers gingen toen met 2-0 ten onder. Hoewel wellicht niet representatief voor de situatie van nu, zal Bert van Marwijk die wedstrijd in aanloop naar het UEFA Cup-treffen ongetwijfeld bij zijn spelers in herinnering hebben gebracht. Feyenoord kon dus niet zeggen dat het niet gewaarschuwd was, toen het in een kletsnatte en halfgevulde Kuip aan het belangrijke eerste duel met Freiburg begon. De rust bewaren en loeren op een mogelijkheid tot scoren zonder Freiburg de kans te geven met een levensgevaarlijke counter terug te slaan, zo luidde het devies waarmee Feyenoord aan de wedstrijd begon. Maar dat strijdplan werd maar ten dele waargemaakt. Feyenoord had in dat eerste deel weliswaar iets meer balbezit, maar heel veel concrete mogelijkheden leverde dat niet op. Eigenlijk begon en eindigde de eerste helft in offensief opzicht met twee kansen voor Jon Dahl Tomasson. De Deen had het Feyenoord al in de vierde minuut gemakkelijk kunnen maken als zijn kopbal op doel iets meer kracht had gehad. Nu belandde de bal òp in plaats van in het doel. Het leek in eerste instantie een aardige ouverture voor meer Rotterdamse aanvallen, maar daar kwam het uiteindelijk maar zelden van. Johan Elmander was van alle aanvallers nog de meest actieve, maar ook de Zweed wist maar zelden tot het strafschopgebied door te dringen. Negen van de tien keer zorgde voortijdig balverlies er voor dat de Rotterdamse aanvallen in het zicht van de haven strandden. Dat gold met name voor Kalou. De Afrikaan had tegen Vitesse nog de indruk gewekt op de weg terug te zijn, maar blonk in de eerste helft tegen Freiburg voornamelijk uit in het veelvuldig verspelen van de bal. Toch was het uitgerekend Kalou die in de slotfase van de eerste helft aan de basis stond van de beste Rotterdamse kans tot dan toe. Hij zag Tomasson op snelheid richting Duits doel vertrekken, bediende de Deen vervolgens op maat maar zag Tomasson tot z’n afgrijzen op doelman Golz stranden. Veel verder dan die twee oplevingen van Tomasson kwam Feyenoord in deel één niet. Ook Freiburg blonk niet uit in offensieve daden, wat er voor zorgde dat het kleumende Legioen het gaandeweg de wedstrijd steeds kouder kreeg. Eigenlijk waren de Duitsers in de eerste helft maar één keer echt gevaarlijk geweest. Dat was toen spits Lashvili van dichtbij op het doel van Zoetebier kon schieten. De Volendammer, die eerder in de wedstrijd tot woede van Van Marwijk tweemaal achter elkaar de bal in de voeten van een tegenstander had geschoven, keerde het schot en zag vervolgens tot z’n opluchting hoe Stefan Muller de rebound over de lat schoot. De tweede helft was drie minuten oud, toen Van Marwijk deed waar het Legioen waarschijnlijk al eerder rekening mee had gehouden. Hij haalde Kalou naar de kant en bracht Leonardo dos Santos voor hem in het veld. Eerder al, in de slotfase van deel één, was Rzasa vervanger door Smolarek, waardoor Jan de Visser linksback kwam te spelen. Veel effect op het spelbeeld hadden die wisselingen niet. Feyenoord bleef moeite houden met het scheppen van kansen, waarmee het Freiburg ongewild een hart onder de riem stak. Sprockel vormde in eerste instantie nog een positieve uitzondering, door bij de eerste de beste keer dat hij de middenlijn passeerde direct gevaarlijk op doel te koppen. Zonder concreet resultaat overigens. Niet veel later vestigde Sprockel weer de aandacht op zich, maar nu aan de andere kant van het veld. Hij kopte een voorzet van Lashvili in de voeten van Muller, die daar kennelijk zo van schrok dat hij niet kon profiteren en tegen Zoetebier opschoot. Pas daarna viel er weer iets aardigs te zien in de Kuip. Dat was toen Feyenoord na een uur spelen wat meer daadkracht aan de dag legde en daarvoor direct werd beloond. De fans gingen achter de ploeg staan als steun bij wat met een beetje fantasie een offensiefje mocht worden genoemd. Lang duurde dat echter niet. Nadat Tomasson in kansrijke positie veel te lang had gewacht met een schot op doel, ebde de Rotterdamse aanvalsdrift alweer weg. Feyenoord leek zich dan ook te kunnen opmaken voor een zware returnwedstrijd in Duitsland, tot Shinji Ono tien minuten voor tijd deed waar eigenlijk niemand meer op gerekend had. De Japanner, die tot dan toe een vrij anonieme rol vervulde, ging de combinatie aan met Ebi Smolarek, sprintte op volle snelheid het strafschopgebied in en werd door Feyenoords jonge linksbuiten op maat bediend. Oog in oog met de Duitse doelman maakte Ono geen fout. Hij scoorde en zorgde er zo voor dat Feyenoord over twee weken met een betrekkelijk opgeruimd gevoel naar Duitsland kan afreizen. (KLIK VOOR DE STATISTIEKEN HIERONDER)