FEYENOORD BLIJFT STEKEN OP 0-0
Feyenoord heeft z’n derde wedstrijd in het Champions League-toernooi gelijkgespeeld. Tegen Dynamo Kiev bleef de ploeg van Van Marwijk steken op 0-0. In eigen huis hadden de Rotterdammers lange tijd moeite kansen te scheppen tegen de taaie counterploeg uit de Oekraïne. Ook de rentree van Robin van Persie en het inbrengen van Bonaventure Kalou in de tweede helft, kon daar uiteindelijk niets aan veranderen.
Feyenoord-Dynamo Kiev was één minuut onderweg, toen Paul Bosvelt de eerste kans van de wedstrijd kreeg. Na goed doorgaan van Song aan de rechterkant, kreeg Feyenoords aanvoerder de bal aan de rand van het zestienmetergebied voor z’n voeten. Bosvelt haalde direct uit maar zag z’n poging voorlangs gaan. De Feyenoorder deed dat ongetwijfeld in de veronderstelling dat er na die eerste speldenprik nog vele zouden volgen, maar na vijfenveertig minuten voetballen bleek hij de enige uitgespeelde kans van de eerste helft om zeep te hebben geholpen.
Was Feyenoords probleem in eerdere Europese avonturen vooral de afwerking van de vele kansen geweest, ditmaal had het juiste moeite om mogelijkheden te scheppen. De waarschuwing waarmee de Rotterdammers het veld waren ingestuurd, zal daar ongetwijfeld mee te maken hebben gehad. Na uitgebreide spionage van assistent-trainer John Metgod wist elke Feyenoorder tenslotte dat Dynamo Kiev het karakter heeft van een sluipmoordenaar. De ploeg uit de Oekraïne heeft zich gespecialiseerd in het in slaap sussen van de tegenstander, om vervolgens op het eerste de beste moment van verslapping direct toe te slaan. Blind aanvallen zou dus gelijk staan aan een zelfmoordpoging, maar alleen al vanwege het ontbreken van Van Wonderen en Van Haaren in de verdediging was het ook niet raadzaam om al te veel op de defensie te leunen.
Feyenoord-Dynamo Kiev ontpopte zich dan ook al snel tot een vrij saaie vertoning, waarin het rap duidelijk werd dat het Rotterdamse gevaar vooral uit dode spelmomenten zou moeten komen. Feyenoord kreeg die kansen ook, want alleen al in de eerste helft mocht Pierre van Hooijdonk tot driemaal toe aanleggen voor een vrije trap. De eerste poging, na 18 minuten spelen, strandde op de vuisten van doelman Reva, de tweede poging belandde in de 27ste minuut in het zijnet en ook vrije trap drie trof geen doel. Hoewel genomen vanaf z’n favoriete plek aan de rand van het strafschopgebied, sloeg de kanonskogel van Van Hooijdonk toen kapot op de Oekraïense muur.
Van Hooijdonk heeft zich zelf altijd verbaasd over het feit dat ook de vrije trappen die hij mist tegenwoordig nieuws zijn. ‘Mensen denken geloof ik dat een vrije trap van mij hetzelfde is als een strafschop, maar zo is het natuurlijk niet. Het is mijn specialiteit, maar dat betekent niet dat elke vrije trap een garantie is voor een goal’. De verbazing van de spits is begrijpelijk, maar dat het Legioen haar verwachtingspatroon na ontelbare goals uit vrije trappen nogal heeft opgeschroefd ook. Al was het alleen maar omdat iedereen in De Kuip zag, dat Feyenoord in de eerste helft maar niet tot uitgespeelde kansen kwam.
De tweede helft begon wat dat betreft hoopvoller. Na tien minuten spelen kreeg De Kuip zelfs een deja-vu, toen de bal uit een aanval over rechts voor de voeten van Shinji Ono viel. De Japanner scoorde tegen Fenerbahce tot twee maal toe uit een vergelijkbare situatie. Net als tegen de Turken probeerde Ono de bal weer met veel gevoel achter de keeper te plaatsen. Het schot was leep en geplaatst, maar het kleine beetje geluk dat bij een dergelijke actie noodzakelijk is, ontbrak ditmaal.
Zo bleef het 0-0 en besloot Van Marwijk al snel Robin van Persie in te brengen. Hij maakte z’n rentree in het eerste elftal, na de disciplinaire straf die hij na de uitwedstrijd tegen Fenerbahce had moeten uitzetten. Met de entree van Van Persie kwam er wat meer vuur in het spel van Feyenoord. Ook de sfeer keerde voor even terug in de tot dan toe opvallend stille Kuip, waar het ook na de rust maar vrije trappen bleef regenen. Binnen het kwartier mocht Van Hooijdonk tot drie keer toe aanleggen, maar zijn pogingen werden gestopt, belandden in de muur of vlogen hoog over.
Feyenoord speelde in de openingsfase van de eerste helft iets beter dan voor de rust. Toch was toen de grootste kans voor de gasten. Zoetbier had moeite met een inzet van Melaschenko, waarna Paauwe slechts met kunst- en vliegwerk kon opruimen. Het was voor Bert van Marwijk het sein om voor de tweede maal te wisselen. Kalou nam de plaats in van Buffel en kreeg het publiek bij z’n eerste balcontact direct op de banken. De Afrikaan omspeelde vijf man op rij, maar ook hij kon de score niet openen.
Terwijl de klok in De Kuip verder tikte, hinkte Feyenoord steeds meer op twee gedachten. Moest het aanvallen, met de kans om de oren te worden geslagen met een snelle counter? Of moest het genoegen nemen met een gelijkspel? De Rotterdammers neigden uiteindelijk steeds nadrukkelijk voor de eerste optie te kiezen, wat gezien de goede invalbeurten van Van Persie en Kalou ook niet onlogisch was. De twee voormalige bankzitters lieten tenslotte zien wat ze in huis hadden, zorgden af en toe voor een paar aardige oplevingen in het Rotterdamse aanvalsspel, maar ook zij kregen de bal er uiteindelijk niet in.