JAN CEULEMANS: ‘BUFFEL KAN EEN TOPPER WORDEN’
Hij wilde maar wat graag met Thomas Buffel op de foto. Een beetje vreemd is het wel, want Jan Ceulemans wordt in België gezien als de beste voetballer die onze zuiderburen ooit hebben voortgebracht en die wilde met de jonge speler van Feyenoord vereeuwigd worden. Ceulemans, in het kader van een snuffelstage op bezoek in de Kuip, is erg te spreken over zijn landgenoot: ‘Hij is krachtig, kan scoren. Ik denk dat Buffel een groot voetballer kan worden.’
Het palmares van Jan Ceulemans als speler liegt er niet om. Na zijn eerste jaren als jong talent van Lierse, verhuisde Ceulemans in 1978 naar het grote Club Brugge. Liefst dertien seizoenen lang was Ceulemans daar werkzaam en met die ploeg behaalde hij drie landstitels. Bovendien kreeg hij even zo vaak de titel ‘Voetballer van het Jaar’ toebedeeld. Maar voor het grote publiek werd de middenvelder vooral bekend door zijn indrukwekkende spel op drie wereldkampioenschappen, waaronder het toernooi in 1982 toen de Belgen verrasten met een tweede plek. Uiteindelijk speelde hij 96 interlands voor de Rode Duivels.
Als er dus iemand is die talent kan herkennen, dan is dat Ceulemans wel. Over zijn jonge landgenoot Buffel in ieder geval niets dan goeds. ‘Ik kende hem eerst niet’, bekent Ceulemans eerlijk, na zijn korte ontmoeting met de kleine aanvaller. ‘Maar hij doet het goed. Hij is pas 22 jaar, speelt al bij een topclub in het buitenland en heeft in de nationale ploeg nog nooit ontgoocheld. Hij is dus op de goede weg. Buffel heeft iets, hij kan scoren en is krachtig. Ik denk dat hij een groot voetballer kan worden.’
In België is Buffel inmiddels uitgegroeid tot De Grote Belofte. Ceulemans weet hoe moeilijk die titel kan zijn, maar heeft er alle vertrouwen in dat de Feyenoorder met de daarbij behorende druk om kan gaan. ‘Als je het goed doet, dan komt de pers die je gaat ophemelen. Het hangt dan van uw eigen af of je daar verstandig mee om kan gaan. Want er komt eens een moment dat het minder gaat en dan moet je nog steeds met beide voeten op de grond staan. Ik veronderstel, maar ik ken Buffel niet zo goed, dat hij weet wat hij wil. En dus kan hij ook met tegenslagen omgaan, denk ik.’
Ceulemans was dinsdag met een aantal collega’s in de Kuip om te zien hoe Feyenoord werkt. ‘Ik ben hier vanwege de Belgische trainerscursus’, verklaart hij zijn bezoek nader. ‘Daarvoor moet ik een stage in het buitenland doen en hier mochten we gelukkig komen. Qua training is er weinig verschil met België, maar het is nooit weg eens bij een topclub te kijken.’
Je zou je kunnen afvragen wat er Ceulemans nog te leren valt, met zijn ervaring moet hij toch wel veel weten? ‘Maar ik ben nooit te oud om iets te leren. Het gaat hier niet alleen om de trainingen, maar ook over alle zaken die bij een topclub komen kijken. En ooit een goede speler maakt je nog geen toptrainer. Ik ben daarom zelf onder aan de ladder begonnen met het trainersvak. Eerst bij Aalst en nu ben ik trainer van Westerloo. Met die ploeg heb ik al eens de beker van België gewonnen. Ik vind het niet erg om bij een kleine club te beginnen, ik voel me nergens te groot voor. Ik wist na mijn spelersloopbaan wel dat ik eerst een stap terug moest zetten. Nu ga ik geleidelijk weer omhoog. Was ik meteen hoog gestart, dan had ik ook hard kunnen vallen.’