Fanshop Tickets
Fanshop Tickets

LEGENDARISCHE BEKERFINALES: FEYENOORD-BVV DEN BOSCH (1991)

Sinds de oprichting in 1908 speelde Feyenoord twaalf keer een KNVB-bekerfinale. Aan de vooravond van de dertiende bekerfinale in de clubhistorie blikt Feyenoord.nl samen met oud-spelers terug op twee legendarische cupfinales uit de recente geschiedenis. In de tweede aflevering de editie van 1991, waarin een Amsterdammer Feyenoord de weg naar succes wees.
Feyenoord-BVV Den Bosch is zeker niet de beste finale die de Rotterdammers ooit speelden. Maar het bekersucces dat Feyenoord in 1991 boekte, is misschien wel een van de belangrijkste wapenfeiten uit de historie. Want de rood-witte vlag hing er aardig flets bij begin jaren ’90 en als Feyenoord destijds de dennenappel niet veroverd had, was het voortbestaan van de club nog niet zo zeker geweest. ‘Dat seizoen was niet zo best’, drukt Rob Witschge zich eufemistisch uit. De Amsterdammer was halverwege het jaar overgekomen van Saint Etienne en had in de Kuip de brokstukken aangetroffen van het bewind van Gunder Bengtsson. Witschge: ‘De jongens kregen onder hem zo veel looptraining dat ze zondags doodop waren. Vandaar dat het niet zo goed ging. Maar kort na mijn komst nam Wim Jansen het over en die bouwde het elftal van achteruit op.’ In die wederopbouw zou de dynamische middenvelder Witschge een belangrijke rol spelen. De weerstand die er bij enige supporters nog leefde bij de komst van de oud-Ajacied verdween dan ook al snel. ‘Mijn eerste wedstrijd was Feyenoord-NAC, ook een bekerwedstrijd. Daarin scoorde ik met een ‘stiffie’ en toen was het ijs eigenlijk wel gebroken. Ik heb daarna ook een hele fijne tijd gehad bij Feyenoord en heb, op de manier waarop ik uiteindelijk weg ben gegaan ná, uitsluitend goede herinneringen aan de club en de supporters.’ Een van de eerste echt goede herinneringen was voor Witschge Feyenoord halve finalewedstrijd tegen PSV: ‘Voor de competitie hadden we daar met 6-0 of 6-1 verloren en niemand gaf een stuiver voor onze kansen. Maar Henk Fräser scoorde en we hielden stand. Want dat was onze kracht onder Wim Jansen: een voorsprong vasthouden. De zege betekende dat we naar de finale mochten en dat maakte enorm veel los bij de supporters die al een tijdje niet echt meer verwend waren en dan druk ik me nog voorzichtig uit.’ De supporters waren inderdaad door het dolle heen en op 2 juni 1991 betraden Feyenoord en eerstedivisionist BVV Den Bosch dan ook het veld van een meer dan kolkende Kuip. ‘Maar druk voelde ik niet’, herinnert Witschge zich. ‘Dat soort grote wedstrijden bracht toch het beste in mij naar boven.’ Witschge scoorde zelf al na acht minuten de openingsgoal van de finale. ‘Ik meen dat ik er na een corner gewoon doorheen glipte en zelfs met mijn rechterbeen scoorde. De ontlading was enorm. Iedereen realiseerde zich ineens dat wij een prijs gingen winnen. De wedstrijd zat echter meteen in het slot. Wij hinkten een beetje op twee gedachten: drukken we door of doen we wat we het beste kunnen en houden we onze voorsprong vast? Bovendien was het bloedheet, dat maakte het niet makkelijker.’ Feyenoord hield zodoende stand, kreeg nog een beetje hulp van supporters die het veld bestormden (Witschge: 'volgens mij gaan we volgend jaar eindelijk die resterende zes minuten spelen') en haalde voor het eerst sinds 1984 weer een hoofdprijs binnen. ‘Dat betekende dat we naar de Coolsingel mochten en dat was fantastisch om mee te maken. Er stonden meer dan honderdduizend mensen… Gelukkig was het voor mij niet de laatste keer dat ik het mee mocht maken. Want ik heb er nog vier keer gestaan met Feyenoord, dat na die bekerwinst opkrabbelde. Elk héél jaar dat ik in Rotterdam heb gespeeld, hebben we wat gewonnen. Daarna is het een tijdje stil geweest op de Coolsingel. Ze hadden me dan ook nooit weg moeten doen, haha. Stom geweest van die Haan.’ Met Arie Haan is direct de reden genoemd dat de huidig trainer van de Heemskerkse hoofdklasser ADO’20 met een minder goed gevoel terugdenkt aan zijn vertrek bij Feyenoord. Graag had hij na ruim vijf jaar trouwe dienst op een leuke afscheid willen nemen van de club en zijn supporters. Het was de Amsterdammer echter niet gegund en trainer Haan speelde daar een grote rol in, vindt Witschge: ‘Ik had een schitterende tijd bij Feyenoord en dan doet het pijn als je je club niet door de voordeur kan verlaten. De manier waarop ik weggegaan ben, is voor niemand goed geweest. Goed, het boek is nu dicht, maar ik heb daar echt enorm van gebaald.’ Rob Witschge kreeg zijn wraak op Haan later nog, maar had er zelf part noch deel aan; Het was immers broer Richard die met een technisch hoogstandje tijdens een uitvoering van Ajax-Feyenoord echter vooral de toorn van het legioen over zich afriep. ‘Maar dat was dus meer tegen Haan gericht en niet zozeer tegen Feyenoord’, aldus Rob Witschge. ‘Echte voetballiefhebbers kijken daar ook wel doorheen denk ik. Al mag een beetje treiteren over en weer natuurlijk wel. Dat geintje wat de Feyenoordsupporters laatst tijdens het bekerduel tegen Ajax hadden uitgehaald met een spandoek met Richards mobiele nummer erop, kan ik ook wel waarderen. Richard ook trouwens, die hoorde de hele terugreis lang de ene scheldkanonnade na de andere. Hij was wel blij dat hij gauw een nieuw nummer had. Alleen toen ik hem even later gelijk weer opbelde en hem, in het Rotterdams dat ik in die vijf jaar Feyenoord heb opgepikt, de huid vol schold, trok Richard toch weer even wit weg…’ FEYENOORD-BVV DEN BOSCH 1-0 Stadion Feijenoord, 2 juni 1991 1-0 Witschge (8’) OPSTELLINGEN FEYENOORD Ed de Goey; Ulrich van Gobbel, Henk Fräser, John de Wolf, Arnold Scholten; Ioan Sabau, John Metgod, Rob Witschge; Gaston Taument, Jozsef Kiprich, (Stanislav Griga 74’) en Regi Blinker BVV DEN BOSCH Jan van Grinsven; Dick Bults, Eric Meulendijk, Jos van Eck, John Laponder; Bud Brocken, Guus van de Borgt, Peter Netten (René Nijhuis, 46’); Louis van Schijndel, Dirk Jan Derksen (Jan Gösgens, 78’) en Jack de Gier