VAN HOOIJDONK: PAS ZONDAG MET DE CUP OP DE FOTO
Een verzoek van KNVB-voorlichter Anja van Ginhoven om met de KNVB-beker op de foto te gaan werd door Pierre van Hooijdonk vrijdag vriendelijk doch beslist afgewezen. ‘Nee, dat doe ik niet. Maak die foto’s zondagavond maar’, zo nam de spits met een brede grijns een voorschot op de uitslag, ‘want dan zal er genoeg gelegenheid om mij met die cup te vereeuwigen.’
Zijn eventuele contractverlenging is de afgelopen week vaker het onderwerp van gesprek geweest dan zijn scoringsdrift, maar Pierre van Hooijdonk liet er vrijdagmiddag in De Kuip geen misverstanden over bestaan: ‘Ik ben volledig gefocust op de finale. De beker is één van de twee prijzen die je kunt winnen in Nederland, dus als je de mogelijkheid hebt moet je die met beide handen aangrijpen.'
Omdat hij als speler van Celtic al eens een cupfinale tegen aartsrivaal Rangers meemaakte, zal Van Hooijdonk niet snel onder de indruk raken van de ambiance waarin de Nederlandse bekereindstrijd doorgaans wordt afgewerkt. Maar nu de opponenten FC Utrecht en Feyenoord heten, verwacht de spits toch een hele bijzondere happening: ‘beide clubs beschikken over een mooie groep fanatieke supporters die er een echt feest van kunnen maken. Ik kijk er naar uit.’
Bekersucces zou voor Van Hooijdonk het tweede eremetaal in twee seizoenen Feyenoord betekenen. ‘Ik ben naar Feyenoord gekomen om kampioen te worden, maar die UEFA Cup van vorig jaar zou ik voor geen schaal willen ruilen. De Amstel Cup is nu wat mij betreft echter de enige mogelijkheid om het seizoen met een goed gevoel af te sluiten. Europees hebben we niet gebracht wat we hadden moeten brengen en in de competitie ook niet. Dat moet volgend jaar dan maar gebeuren.’
Of Van Hooijdonk volgend jaar nog steeds Feyenoorder is, wordt her en der echter nogal betwijfeld. ‘Ik blijf het liefst nog twee jaar in de Kuip’, herhaalde Pi-Air zijn al eerder uitgesproken ambitie. ‘Ik voel me nog fit en denk nog zeker twee jaar mee te kunnen. Ik zou ook niet bij Feyenoord willen spelen als ik het veld met een rollator zou moeten betreden, maar zo ver is het nog niet.’ Wordt ongetwijfeld vervolgd.