Fanshop Tickets
Fanshop Tickets

LAZOVIC KIJKT TERUG OP ZIJN EERSTE HALF JAAR BIJ FEYENOORD

De nieuwe nummer 9 van Feyenoord, Danko Lazovic, veroverde de harten van het Legioen met zijn treffer in de eerste wedstrijd van het seizoen, maar daarna stokte zijn even productie. De aanpassing aan het Nederlandse leven en voetbal bleek toch niet zo gemakkelijk als gehoopt.
De laatste tijd had Lazovic weer een stijgende lijn te pakken. Met Jong Servië kwalificeerde hij zich voor het EK en bij Jong Feyenoord scoorde hij er op los. Door een vervelende blessure kwam er maandag echter een abrupt einde aan de opmars van Danko Lazovic. De Serviër kijkt terug op zijn eerste half jaar in Rotterdam. ‘Toen de transfer rond was, moest ik meteen naar het trainingskamp van Feyenoord in Oostenrijk. Ik was er nog maar net of ik moest in het midden staan bij de rondo. Ik was helemaal niet bekend met deze vorm. Vervolgens werd ik drie keer door de benen gespeeld. Toen ik aankwam in Rotterdam was ik onder de indruk. Het stadion vond ik meteen indrukwekkend. Ook de aandacht van supporters had ik niet eerder meegemaakt. Als je ziet hoeveel supporters hier bij trainingen staan, vind ik dat echt bijzonder. Ook op straat word ik regelmatig aangesproken. Daar krijg ik soms kippenvel van. Het niveau ligt hier beduidend hoger. De handelingssnelheid is hoog. Toch had ik niet heel veel moeite om me aan te passen. Met hard werken kom je een eind.’ ‘Mijn eerste wedstrijd was indrukwekkend. Ik scoorde tegen NEC en ging door het lint. Ik was zo blij voor de supporters en rende naar de aanhang. Ik kuste mijn logo en wees naar mijn embleem. Wat een publiek hier, ongelooflijk. Die mensen verdienen het en daarom zal ik elk doelpunt op die wijze vieren.’ ‘Sindsdien heb ik niet meer gescoord. De trainer heeft me na een aantal wedstrijd op de bank gezet. Ik vind dat natuurlijk jammer, want elke voetballer wil spelen. Toch begrijp ik het. Ik ben hier nieuw en moet nog gewennen. Ik werk hard op de training en wacht af. Mijn kans komt nog wel. Helaas ben ik nu twee maanden geblesseerd.’ ‘Het leven in Nederland bevalt me goed, al is het moeilijk dat ik niemand kan verstaan. Ik spreek ook geen Engels, dus het is wel een probleem. Ik zit op taalles om daar hard aan te werken. Ik moet hier mijn plek vinden op het veld en buiten het veld. Dan komt het wel goed.’