Fanshop Tickets
Fanshop Tickets

DE NOOIJER: ‘ZONDAG KOMT TE VROEG’

Door de schorsing van Patrick Mtiliga moet Bert van Marwijk komend weekend opnieuw zoeken naar een beschikbare linksback. Een lastige klus, met de blessures van Van Haaren, Jean en Snoyl. De weer fitte Gérard de Nooijer had een kandidaat kunnen zijn. Hij speelde de afgelopen acht dagen drie wedstrijden met de beloften, maar, zegt De Nooijer eerlijk, ‘de wedstrijd tegen NAC komt te vroeg.'

Het herstel van De Nooijer verloopt voorspoedig. Sneller dat verwacht kan hij bij Jong Feyenoord al negentig minuten volmaken. Toevalligerwijs komt hij net terug in een zeer drukke periode van de ploeg van Mario Been. ‘Drie wedstrijden in acht dagen is wel zwaar’, bekent De Nooijer. ‘Maar ik voel me goed. Ben volledig fit en heb nergens last meer van. Met weer een week trainen word ik steeds sterker.’
 
Hoewel De Nooijer al twee volledige duels en een keer zestig minuten speeltijd achter de rug heeft, vindt hij het niet verstandig om zondag al Mtiliga te vervangen in de zware wedstrijd tegen NAC. ‘Zondag komt te vroeg. Je moet ook naar het niveau kijken. Het eerste is wel minimaal vier klassen hoger dan voetballen met de beloften. Ik denk daar nog niet aan, al gaat het qua prestatie helemaal niet slecht. Dit is ook een fijne groep om in terug te keren.’
 
Met nog zeven wedstrijden te gaan, begint de tijd voor De Nooijer te dringen. Wil hij nog eens schitteren in het eerste, dan moet het snel gebeuren. ‘Ik weet dat het moeilijk wordt. Ik ben ook afhankelijk van schorsingen en blessures van anderen. Bovendien zijn Gyan en Swerts er ook nog. Daarbij heb ik de pech dat ik er zes maanden uit ben geweest. Je kan niet verwachten dat ik meteen op eredivisieniveau zit. De wil is er zeker, maar of ik het kan uitvoeren is een tweede. Dat wordt nog wel eens vergeten. Mensen denken: hij speelt met het tweede, dus hij kan meedoen met Feyenoord I. Zo is het natuurlijk niet, al voel ik progressie. Misschien kan ik in de laatste wedstrijden van Feyenoord meespelen. Dat is wel mijn doel, want ik heb niet voor niets zo lang getraind.’