Fanshop Tickets
Fanshop Tickets

JONG FEYENOORD WIL DE DRAAD WEER OPPAKKEN

De gebeurtenissen rond Jong Ajax – Jong Feyenoord staan nog vers in het geheugen. Maar de voetbalwereld staat niet stil, uiteindelijk moet er weer gewoon gevoetbald worden. Dat het tegen Jong Vitesse nog allemaal even niet zo liep, kon trainer Mario Been niettemin goed begrijpen: ‘ik ben al een week van slag, laat staan hoe dit doorwerkt bij jongens van achttien.’

Nonchalant leunde Mario Been tegen de muur van de kleedkamer van Woudestein. Hij had er vrede mee dat zijn ploeg tegen Jong Vitesse niet kon brengen wat er van verwacht werd. Dit kon ook bijna niet anders, want de gebeurtenissen van afgelopen donderdag hadden diepe sporen achtergelaten. ‘Ik ben zelf al een week van slag hierdoor. Laat staan hoe dit doorwerkt bij jongens van een jaar of achttien’, zei Been. ‘Sinds donderdag hebben we weinig getraind, maar hebben we wel veel gepraat. De spelers ogen moe en voetbalden plichtmatig. Ik kan daar alleen maar begrip voor hebben. Je zag het aan mijn manier van coachen. Normaal zit ik er heel erg op, vandaag heb ik weinig gezegd.’

In de dagen na de rellen sprak iedereen over Robin van Persie en Kike Acuña. Logisch, want zij waren er die avond in Amsterdam het ergst aan toe. Maar ook de vaste kern van Jong Feyenoord, de talenten van Varkenoord, hadden hun verhaal. Alleen daar was de pers niet in geïnteresseerd. Joep van den Ouweland kon daar alle begrip voor hebben: ‘Ze hadden het toch vooral op de spelers van het eerste elftal gemunt. Maar ook wij moesten voor ons leven rennen. Achteraf ben ik natuurlijk heel blij dat er met mij niks is gebeurd.’

Langzaam dwalen zijn gedachten af naar die inktzwarte bladzijde uit de vaderlandse voetbalgeschiedenis. Hoe verder zijn verhaal vordert, des te zachter gaat Van den Ouweland praten. ‘De hele wedstrijd was het al bezig. Robin van Persie werd negentig minuten lang uitgescholden. Na afloop kwamen zeker honderd man het veld op. Ik dacht dat ze de Ajax-spelers kwamen feliciteren, maar opeens deden ze allemaal mutsen op. Toen dacht ik: ik moet hier wegwezen. Ik was redelijk snel in de kleedkamer, waardoor ik ook niet alles heb meegekregen.’

Maar in de kleedkamer werd al snel duidelijk dat de situatie erger was dan Van den Ouweland in eerste instantie dacht. Hij zag een gewonde Acuña worden binnengedragen en de emoties liepen hoog, zeer hoog op. ‘Meteen na de wedstrijd was er de algemene gedachte: we gaan die bekerfinale boycotten. Niemand zat er nog op te wachten. Robin was daarin het meest uitgesproken, voor hem hoefde het niet meer. Ik gaf hem gelijk, maar nu denk ik er al een beetje anders over. Wat bereik je met zo’n boycot? Ik wil wel spelen, maar tegelijkertijd moeten we ook laten blijken dat alles wat er is gebeurd ontoelaatbaar is. Ik zou het alleen heel erg vinden wanneer die finale gespeeld zou worden zonder Feyenoordpubliek. Dan worden de Feyenoordfans dus de dupe van een stel gekke Amsterdammers. En die excuses van Ajax? Leuk hoor, maar we schieten er niets mee op.’

Hoe moeilijk het ook is, en hoe vers de gedachten nog zijn, uiteindelijk moet Jong Feyenoord de draad weer oppikken. ‘We moeten toch door’, zei Been. ‘Het was wel hartstikke mooi hoe het publiek ons tegen Jong Vitesse steunde. Jammer dat we hen geen betere wedstrijd konden voorschotelen.’ Maar daar zal ook het Legioen alle begrip voor hebben.