Fanshop Tickets
Fanshop Tickets

BUSINESS CLUB ONDER INDRUK VAN MAKAAY

De leden van de Business Club van Feyenoord toonden zich maandag onder de indruk van Roy Makaay. De spits was te gast tijdens het drukbezochte ‘happy hour’, waar eerder dit seizoen Giovanni van Bronckhorst al te gast was. Voordat Makaay aanschoof bij een uitgebreid diner, werd hij geïnterviewd door Emiel Schelvis. De twee spraken onder meer over de afgelopen wedstrijd tegen FC Twente. ‘We leggen de lat voor onszelf heel hoog’, zei Makaay daarover. ‘Tegen bijvoorbeeld PSV kan je verliezen, maar na de wedstrijd van zaterdag hadden wij direct al het idee dat de nederlaag onnodig was. Nu moeten we laten zien dat we hier overheen kunnen stappen. We hebben nu drie thuiswedstrijden voor de boeg, waaronder één bekerwedstrijd, dus die moeten we winnen.’
Schelvis merkte op dat het opvallend is dat Makaay elk seizoen niet alleen veel doelpunten, maar ook veel assists op zijn naam schrijft. ‘Veel mensen valt dat misschien niet eens op’, antwoordde Makaay. ‘In Nederland ben ik altijd opgevoed met het idee dat het niet uitmaakt wie er scoort, als er maar gescoord wordt. Zelf probeer ik een bal ook altijd af te geven als iemand anders er beter voorstaat. Dat is heel anders dan in Spanje. Toen ik daar speelde had ik een medespeler –ik zal zijn naam niet noemen- bij wie je nooit mee hoefde te lopen als hij naar het doel ging. Hij gaf hem toch niet af.’



Ondanks wat problemen met het geluid ontstond maandag een ontspannen, maar bij vlagen ook kritisch gesprek. Kritisch waren ook enkele vragen die achteraf vanuit de zaal werden gesteld. Zo stelde iemand dat het voetbal van Feyenoord er soms wat nonchalant uitziet, dat de mouwen wel eens wat meer opgestroopt mogen worden. Makaay kon zich daar wel in vinden. ‘We willen het soms te mooi te doen’, zei hij. ‘Maar bijvoorbeeld afgelopen zaterdag stonden we de eerste helft tactisch niet goed. Dan moet eerst je zorgen dat je achterin goed staat, zodat de tegenstander geen kans krijgt. Op die manier straal je een soort positieve arrogantie uit.’

Een volgende vraag uit de zaal was of Makaay psychologische trucs heeft om zijn tegenstander uit de wedstrijd te krijgen. ‘Eigenlijk praat ik nooit met mijn directe tegenstander’, gaf de aanvaller toe. ‘Ze praten soms wel tegen mij, maar door niet te reageren geef ik hen het gevoel dat ze voor mij niet bestaan. Bovendien houd ik er helemaal niet van om bijvoorbeeld erge ziektes te gebruiken. Je weet nooit of iemand familieleden heeft met bepaalde ziektes onder de leden, daarom vind ik dat je zulk soort woorden nooit mag gebruiken.’ Het antwoord leverde hem een groot applaus en respect op.