BLIK OP JUBILEUMBOEK (VI)
Het officiële Jubileumboek staat op het punt van verschijnen. Op 19 juli, de dag dat Feyenoord haar verjaardag viert, komt dit unieke document van bijna 650 pagina’s in de verkoop. In de maand voorafgaand aan dit moment brengt Feyenoord.nl u alvast in de stemming door elke keer één van de twaalf hoofdstukken te belichten. In dit deel een tipje van de sluier van hoofdstuk 6: De jaren ‘50.
Als de KNVB halsstarrig blijft vasthouden aan het amateurisme, zet de Limburgse zakenman Egidius Joosten de NBVB op poten, de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond. Tevens richt hij in Geleen de profclub Fortuna ’54 op, waarvoor hij in korte tijd sterren als Frans de Munck (1. FC Köln), Cor van der Hart (Lille) en Jan Notermans (Sittardia) weet te strikken. Egidius Joosten – Gied voor vrienden – heeft ook zijn zinnen gezet op Hans van der Hoek, het talent uit de Kuip dat een jaar eerder als jongen van twintig in het Nederlands elftal zijn opwachting heeft gemaakt.
De schatrijke Limburger reist speciaal voor de lange Feyenoorder, die zowel in de aanval als in de verdediging goed uit de voeten kan, naar Rotterdam Zuid. Hij nodigt hem uit in Het Witte Paard, het chique restaurant aan de Groene Zoom. Op zijn fietsje rijdt Van der Hoek erheen.
‘Joosten vertelde mij, dat als ik voor Fortuna zou tekenen, ik sowieso handgeld van 35.000 gulden kreeg en dat was natuurlijk een smak geld voor die tijd. Maar ik liet hem meteen weten dat ik er niet over piekerde om Feyenoord te verlaten. Dat was beslist niet gelogen, want ik was gek van mijn club, ik had bij wijze van spreken geld willen meebrengen om in de Kuip te mogen spelen. Meneer Joosten dacht kennelijk dat ik dit alleen zei om de prijs op te schroeven. Hij bleef in elk geval hardnekkig aandringen.’
‘Toen ik aanstalten maakte om weg te gaan, wilde hij mij nog gauw even vierhonderd gulden toestoppen, kennelijk bij wijze van voorschot. Hij had de flappen al uit zijn portefeuille gehaald. Ik weigerde het geld aan te nemen, zei voor alle duidelijkheid nogmaals dat ik niet met hem in zee wilde gaan en stapte het restaurant uit. Stomverbaasd keek Joosten mij na.’
Vanaf Het Witte Paard fietst Hans van der Hoek als de weerlicht naar het bedrijf van Cor Kieboom, de directeur van een kolenhandel. Als hij diens kantoor binnenzeilt, wil hij onmiddellijk uit de doeken doen wat hem is overkomen. ‘Maar voor ik iets kon zeggen, riep onze voorzitter al lachend: “Houd je mond maar Hans. Je hoeft mij niets te vertellen. Mijn vrienden van Het Witte Paard hebben mij al gebeld. Ik ben ingeseind, ik weet er alles van.” Waarna hij op samenzweerderige toon tegen mij zei: “Luister goed jongen, heb het er met geen sterveling over, maar bij mij op de zaak ligt voortaan elke maand vierhonderd gulden voor je klaar, dat heb je wel verdiend.” Zo werd ik bij Feyenoord de eerste speler die aan het voetbal wat verdiende. Van mijn eerste geld dat ik bij Kieboom ophaalde, kocht ik voor mijn moeder een wasmachine.’
Lees alles over de invoering van het betaald voetbal en de jaren ‘50 in het Feyenoord Jubileumboek. Dit is vanaf 19 juli, de Jubileumdag, verkrijgbaar. In het boek wordt u op bijna 650 pagina’s door gerenommeerde auteurs meegenomen op een unieke reis door heden, verleden en toekomst van Feyenoord. Een must voor iedere supporter. Het Jubileumboek is exclusief te bestellen op deze website. Bestellen kan hier.
De schatrijke Limburger reist speciaal voor de lange Feyenoorder, die zowel in de aanval als in de verdediging goed uit de voeten kan, naar Rotterdam Zuid. Hij nodigt hem uit in Het Witte Paard, het chique restaurant aan de Groene Zoom. Op zijn fietsje rijdt Van der Hoek erheen.
‘Joosten vertelde mij, dat als ik voor Fortuna zou tekenen, ik sowieso handgeld van 35.000 gulden kreeg en dat was natuurlijk een smak geld voor die tijd. Maar ik liet hem meteen weten dat ik er niet over piekerde om Feyenoord te verlaten. Dat was beslist niet gelogen, want ik was gek van mijn club, ik had bij wijze van spreken geld willen meebrengen om in de Kuip te mogen spelen. Meneer Joosten dacht kennelijk dat ik dit alleen zei om de prijs op te schroeven. Hij bleef in elk geval hardnekkig aandringen.’
‘Toen ik aanstalten maakte om weg te gaan, wilde hij mij nog gauw even vierhonderd gulden toestoppen, kennelijk bij wijze van voorschot. Hij had de flappen al uit zijn portefeuille gehaald. Ik weigerde het geld aan te nemen, zei voor alle duidelijkheid nogmaals dat ik niet met hem in zee wilde gaan en stapte het restaurant uit. Stomverbaasd keek Joosten mij na.’
Vanaf Het Witte Paard fietst Hans van der Hoek als de weerlicht naar het bedrijf van Cor Kieboom, de directeur van een kolenhandel. Als hij diens kantoor binnenzeilt, wil hij onmiddellijk uit de doeken doen wat hem is overkomen. ‘Maar voor ik iets kon zeggen, riep onze voorzitter al lachend: “Houd je mond maar Hans. Je hoeft mij niets te vertellen. Mijn vrienden van Het Witte Paard hebben mij al gebeld. Ik ben ingeseind, ik weet er alles van.” Waarna hij op samenzweerderige toon tegen mij zei: “Luister goed jongen, heb het er met geen sterveling over, maar bij mij op de zaak ligt voortaan elke maand vierhonderd gulden voor je klaar, dat heb je wel verdiend.” Zo werd ik bij Feyenoord de eerste speler die aan het voetbal wat verdiende. Van mijn eerste geld dat ik bij Kieboom ophaalde, kocht ik voor mijn moeder een wasmachine.’
Lees alles over de invoering van het betaald voetbal en de jaren ‘50 in het Feyenoord Jubileumboek. Dit is vanaf 19 juli, de Jubileumdag, verkrijgbaar. In het boek wordt u op bijna 650 pagina’s door gerenommeerde auteurs meegenomen op een unieke reis door heden, verleden en toekomst van Feyenoord. Een must voor iedere supporter. Het Jubileumboek is exclusief te bestellen op deze website. Bestellen kan hier.