BLIK OP JUBILEUMBOEK (X)
In Feyenoords donkerste na-oorlogse periode, arriveert in de Kuip een voetballer met de uitstraling van een kartonnen doos. Zijn naam is József Kiprich en hij komt uit Hongarije.
Volgens het bestuur van Feyenoord staat de handtekening van de international garant voor doelpunten, maar eenmaal gearriveerd in Rotterdam is dat maar moeilijk te geloven. József Kiprich - kromme rug, vlassnorretje, piekhaar - lijkt niet eens op een voetballer. Zijn figuur vertoont althans nauwelijks sporen van regelmatige inspanning.
Ook in zijn eerste wedstrijd voor Feyenoord, thuis tegen Fortuna Sittard, blijkt de Hongaar een speler die uit voorzorg graag vast uitrust vóórdat de vermoeidheid intreedt. Het handjevol
supporters dat in deze barre tijden De Kuip nog bezoekt, ziet de nieuwe aankoop maar één keer echt voluit sprinten. Dat is wanneer een opstandige menigte achter het doel door de hekken breekt en woedend het veld bestormt.
Toch zal uitgerekend deze zonderlinge Hongaar gaandeweg de jaren negentig uitgroeien tot één van de grootste publiekslievelingen uit de clubgeschiedenis van Feyenoord. Dat is nog het best te zien bij zijn afscheid in 1995, wanneer hij op de schouders van Orlando Trustfull door De Kuip wordt gedragen. Dan lopen niet alleen bij hem, maar ook bij ontelbare volwassen mannen en vrouwen op de tribune, de tranen over de wangen. De populariteit van Kiprich in De Kuip heeft in eerste instantie te maken met zijn doelpunten. Hij is ongemerkt een goede voetballer. Zijn gesjok en hoge rug mogen zijn klasse aan het zicht te ontrekken, in werkelijkheid is hij één van de beste spitsen die Feyenoord na de oorlog heeft gehad.
Daarnaast kun je met József Kiprich lachen. Hij spreekt een eigen taaltje, waarbij hij tussen de woorden door flink puft en blaast, en zegt altijd wat hij denkt. Ook staat hij dicht bij het volk. Zijn naam wordt gewoon vermeld in het telefoonboek van Dordrecht en hij neemt net zo veel tijd voor een praatje met de vaste supporters langs het trainingsveld als met voorzitter Jorien van den Herik. Verder doet hij nergens moeilijk over en is hij onder alle omstandigheden zo koel als ijs. Zo scoort hij bonuspunten bij het publiek.
Als hij tijdens een wedstrijd tegen PSV door trainer Willem van Hanegem speciaal wordt ingebracht om een strafschop te nemen, is dat geen enkel probleem. Hij wandelt vanaf de bank zo het veld in, legt de bal op de stip en schiet hem tergend langzaam achter PSV-doelman Stanley Menzo. Het is zijn eerste balcontact. De Kuip lacht zich gek.
Komische voetballers zijn altijd populair geweest in de Kuip. Al in de jaren zestig werden de dribbels van Coen Moulijn door sportjournalisten graag vergeleken met het werk van Charlie Chaplin.
Maar nog liever heeft men in Rotterdam-Zuid tragikomische voetballers. Nergens heeft men er een scherpere neus voor dan in De Kuip. Mike Obiku die zijn doelpunt viert met een sprong in de hekken, zijn hand openhaalt aan het prikkeldraad en vervolgens gewond moet uitvallen: het legioen herkent het direct als de klassieke sketch van de man die uitglijdt over zijn eigen bananenschil. En als Moulijn Chaplin was en Obiku de man van de bananenschil, dan is József Kiprich Feyenoords eigen Tommy Cooper. Onhandig, aandoenlijk en briljant tegelijk en in zijn hele klunzige verschijning de klassieke anti-held. Het legioen is gek van hem.
Lees alles over culthelden en de sportieve wederopstanding in de jaren ’90 in het Feyenoord Jubileumboek. Dit is vanaf 19 juli, de Jubileumdag, verkrijgbaar. In het boek wordt u op bijna 650 pagina’s door gerenommeerde auteurs meegenomen op een unieke reis door heden, verleden en toekomst van Feyenoord. Een must voor iedere supporter. Het Jubileumboek is exclusief te bestellen op deze website. Bestellen kan hier.