VERBEEK: ‘BISESWAR HEEFT ME VERRAST’
De overwinning op FC Volendam was een welkome voor Gertjan Verbeek, maar zei hem niets in de aanloop op de wedstrijden tegen Kalmar FF en Ajax. ‘Tegen Kalmar en Ajax zijn het andere wedstrijden dan tegen Volendam’, zei Verbeek, die niet verwachtte voor de wedstrijden te kunnen beschikken over andere spelers dan er tegen Volendam aan de aftrap stonden. ‘Eerst zondag maar eens afwachten om te kijken hoe de spelers uit deze wedstrijd gekomen zijn.’
Verbeek vroeg zich af of Feyenoord door de twee strafschoppen in de eerste helft misschien wat simpel aan de voorsprong was gekomen, maar zei vooral tevreden te zijn met hoe zijn ploeg voor de rust speelde. ‘Mijn complimenten voor hoe het elftal goed druk zette en omging met het uitvallen van Andwélé Slory, wat een grote teleurstelling was.’
‘In de eerste twintig minuten na rust speelden we in een veel te laag tempo en gaven Volendam zelfs de kans terug te komen’, zei Verbeek. ‘Na deze fase kregen we meer controle en creëerden we door individuele acties meerdere kansen. In die zin groeide Diego Biseswar met twee doelpunten en een assist uit tot man van de wedstrijd.’
‘Biseswar is een opmerkelijke jongen’, ging de coach verder. ‘Het is een plezierige jongen en hij is altijd vrolijk. Hij heeft het helemaal aan zichzelf te danken dat hij deze kans heeft gekregen. Hij heeft mij in positieve zin verrast en deze kans met beide handen aangegrepen.’
‘In de eerste twintig minuten na rust speelden we in een veel te laag tempo en gaven Volendam zelfs de kans terug te komen’, zei Verbeek. ‘Na deze fase kregen we meer controle en creëerden we door individuele acties meerdere kansen. In die zin groeide Diego Biseswar met twee doelpunten en een assist uit tot man van de wedstrijd.’
‘Biseswar is een opmerkelijke jongen’, ging de coach verder. ‘Het is een plezierige jongen en hij is altijd vrolijk. Hij heeft het helemaal aan zichzelf te danken dat hij deze kans heeft gekregen. Hij heeft mij in positieve zin verrast en deze kans met beide handen aangegrepen.’