Fanshop Tickets
Fanshop Tickets

EL AHMADI MELDT ZICH IN TRAININGSKAMP

Karim El Ahmadi heeft zich vrijdagmiddag gemeld in het trainingskamp in Tegelen. De middenvelder sloot zich na een korte vakantie aan bij de selectie van trainer Mario Been en zal later op de dag een conditietest afleggen. ‘Fysiek sta ik er goed voor’, zei El Ahmadi. ‘Ik heb goed uit kunnen rusten tijdens mijn vakantie en heb daarnaast voor mezelf getraind. Ik kijk er naar uit om weer te beginnen.’
El Ahmadi start de voorbereiding later omdat hij in juni nog twee WK-kwalificatiewedstrijden speelde met Marokko, waarvan de laatste zelfs nog een dag voor de drukbezochte eerste training van Feyenoord. De middenvelder verscheen voor de interlands tegen Kameroen en Togo (beide duels eindigden in 0-0) aan de aftrap en bleef fysiek goed op de been. ‘Helaas hebben we kwalificatie niet meer in eigen hand’, zei El Ahmadi. ‘Natuurlijk hebben we nog wel hoop, maar we zijn afhankelijk van resultaten van de andere ploegen.’ Het Marokkaans elftal bezet na drie wedstrijden met twee punten de derde plaats in de groep, die aangevoerd wordt door koploper Gabon, dat na twee duels de maximale score heeft.

Tijdens de vakantie die volgde op het internationale voetbal zag El Ahmadi de ontwikkelingen rond de transfer van Sekou Cissé met een glimlach aan. ‘Het is een compliment voor Feyenoord dat hij ondanks de belangstelling van andere clubs voor ons heeft gekozen’, zei de middenvelder. ‘Cissé en ook de terugkeer van Ron Vlaar zorgen ervoor dat de trainer ruim in zijn mogelijkheden zit. Dat is alleen maar goed. We zullen er moeten staan als straks de competitie begint.’

Doordat Feyenoord in tegenstelling tot vorig seizoen momenteel over een nagenoeg fitte selectie beschikt, neemt ook de concurrentie op het middenveld toe. Volgens El Ahmadi een goede zaak. ‘Hierdoor gaat het niveau namelijk omhoog’, zei hij. ‘Iedereen zal hard moeten werken en dan is het aan de trainer om te beslissen wie er speelt. Ik probeer altijd al het beste uit mezelf te halen, maar misschien zorgt de concurrentiestrijd toch nog voor een extra zetje.’