Fanshop Tickets
Fanshop Tickets

Vlaar: ‘Een enorme domper’

De desillusie in de ogen van Ron Vlaar was groot na afloop van de teleurstellende nederlaag tegen Sparta Rotterdam. De centrale verdediger speelde zelf een meer dan verdienstelijke wedstrijd op Het Kasteel, maar kocht daar uiteindelijk helemaal niets voor. ‘Dit is voor ons een enorme domper’, verzuchtte hij. ‘Dat we hier verliezen is onnodig. We hebben niet goed gespeeld en dan dwing je ook niet net dat beetje geluk af dat je soms nodig hebt.’
Feyenoord startte nog redelijk tegen Sparta en creëerde in het eerste kwartier enkele mogelijkheden. ‘Helaas gaat er daar niet een van in’, zei Vlaar. ‘We speelden de eerste helft verder niet super, maar gaan toch met een voorsprong de rust in. Daarin zette de trainer ons op scherp, want in de tweede helft moest het duidelijk anders bij ons. Binnen mum van tijd krijgen we twee rode kaarten en een doelpunt tegen en loopt het allemaal alsnog in de soep.’

Vlaar gaf aan de rode kaart van Sekou Cissé aan de zware kant te vinden, maar kon over het wegzenden van Jon Dahl Tomasson niet veel zeggen, doordat hij de situatie niet goed gezien had. ‘Maar als er net een rode kaart is gegeven, weet je dat de boel op scherp staat’, zei de verdediger. ‘Dan kun je zo’n overtreding beter niet maken.’

Volgens Vlaar zat er voor Feyenoord met negen man niets anders op dan proberen de bal tegen te houden en in aanvallend opzicht hopen op een gelukje. ‘Ik denk dat we het toen in verdedigend opzicht nog redelijk hebben gedaan’, zei de verdediger. ‘Het was zaak georganiseerd en compact te spelen en dat lukte vrij aardig. We hebben toen ook weinig weggegeven, maar werden geklopt vanuit de tweede lijn.’

Dat laatste tot ontevredenheid van de verdediger. Kwam Feyenoord de eerste paar keren nog goed weg doordat de schoten naast het doel van Rob van Dijk verdwenen of geblokt konden worden, bij de treffers van Rydell Poepon en Kevin Strootman had de ploeg van Mario Been geen passend antwoord. ‘Als we met zijn allen blijven staan, weet je dat die bal er een keer ingaat’, besloot Vlaar. ‘Dat moeten we onszelf kwalijk nemen. Deze nederlaag aan onszelf te danken.’