Been: ‘Het klikt tussen ons in de technische staf’
Mario Been, Leon Vlemmings en Patrick Lodewijks nemen in het nieuwe Feyenoord Magazine in negen stellingen afscheid van het jaar 2009. De drie leden van de technische staf staan in een groot interview uitgebreid stil bij eerste helft van dit seizoen. Ze bespreken de resultaten tot nu toe, de belangrijkste beslissingen die zijn genomen en de kansen voor na de winterstop. Een voorproefje. ‘Niemand verdient bij ons een negatieve boodschap.’
Stelling
Wij hebben alle drie een tic.
Been: ‘Als daarmee wordt bedoeld dat we alle drie met voetbal opstaan en naar bed gaan, dan klopt het zeker. Het klikt tussen ons, hoewel uiteindelijk alles te maken heeft met resultaat.’
Lodewijks: ‘Het is voor mij heel leerzaam om te observeren hoe Leon en Mario bepaalde dingen oplossen. Ik was vier jaar geleden nog eerste keeper hier, dus het trainersvak is voor mij relatief nieuw. Als voetballer was ik heel emotioneel en redelijk hard. Nu ik in de rol van coach zit worden er andere eigenschappen van mij aangesproken en kan ik niet meer als een olifant door de porseleinkast stampen. Ik heb Mario meegemaakt als assistent-trainer onder Bert van Marwijk en ik vind het knap hoe hij veranderd is, zonder zijn eigen karakter weg te stoppen. Ik vind het mooi om te zien hoe hij zich ontwikkeld heeft in bijvoorbeeld de manier waarop hij met mensen omgaat, zowel bij positieve als negatieve mededelingen.’
Been: ‘Negatieve boodschappen brengen, zoals iemand vertellen dat hij niet speelt, doen we altijd met elkaar. Die beslissingen worden breed gedragen door ons, maar toch is het lastig om tegen Rob van Dijk te vertellen dat hij niet mee mag doen, vooral omdat op dit moment niemand bij ons zo’n gesprek verdient. Tegen Roy Makaay, die de gouden schoen heeft gewonnen, vertellen dat ik niet meer voor hem kies: dat zijn verschrikkelijke dingen. Op dit moment zou ik bij Feyenoord het liefste geen enkele speler een negatieve boodschap willen brengen.’
Lodewijks: ‘Ik vind het interessant te zien hoe Mario zo’n gesprek aanpakt. Dat zijn geen gesprekken waar je gaat zitten en dan zomaar eruit gooit wat in je opkomt. Daar denk je vooraf over na en wij hebben het daar onderling ook over. Je moet kunnen beargumenteren waarom je een beslissing neemt.’