De Vrij: ‘Gemeen zijn past niet bij me’
Stefan de Vrij (18) slaat geen kruisje als hij het veld betreedt. Desondanks gaan voetbal en het geloof hand in hand in het leven van de openbaring op de rechtsbackpositie. In de nieuwe uitgave van Feyenoord Magazine, die deze week verschijnt, vertelt De Vrij uitgebreid over de rol die het geloof speelt in zijn leven. ‘Gemeen zijn past niet bij me.’
Stefan de Vrij voetbalt nog geen jaar op het hoogste niveau, maar toch heeft de voetbalwereld zich al een redelijk vaststaand beeld van hem gevormd. Voor een verdediger die al snel het stempel ‘te lief’ kreeg, weet hij zijn territorium aardig nauwkeurig af te bakenen en te bewaken. Toch probeert hij wel degelijk af te rekenen met het stigma, al zal hij zich nimmer ontpoppen tot de nieuwe Marco Materazzi.
‘Ik probeer een goed mens te zijn’, zegt De Vrij daags na weer een verbluffend optreden in De Kuip. ‘Dat is voor mij de kern van het geloof. Iemand moedwillig blesseren past daar niet in. Net zomin als ik mijn tegenstander met woorden kleineer of uit zijn spel probeer te halen. Je moet respect hebben voor andere mensen, dus ook voor je tegenstander op het voetbalveld.’
De beleefdheid waarmee De Vrij in het dagelijks leven een ander tegemoet treedt past echter niet in een stadion. Binnen de lijnen is er geen plaats voor een minzaam knikje of het nederig voor laten gaan van iemand anders. ‘Het geloof valt niet weg als ik ga voetballen’, zegt de verdediger. ‘Maar eenmaal tijdens de wedstrijd denk ik er niet meer aan. Dan ben ik volledig gefocust op het voetbal. Ik probeer altijd alles eerlijk te doen, want eerlijk duurt het langst. Maar als er een bal in de buurt is, is tijdens een duel wel alles toegestaan. Daarin kan en moet ik harder worden. Harder, niet gemeen. Gemeen zijn past niet bij me.’
Het volledige interview met Stefan de Vrij is te lezen in de nieuwe editie van Feyenoord Magazine, die deze week bij alle leden van Het Legioen op de mat valt. Het blad is ook in de winkel verkrijgbaar voor 3,95 euro.