Fanshop Tickets
Fanshop Tickets

Mulder: 'Heel goed gevoel over wedstrijd tegen Utrecht'

De Feyenoord-selectie stond maandagochtend zeer ontspannen op het trainingsveld, voor een uitlooptraining na de 0-4 zege op FC Utrecht. Het grootste deel van de basisploeg die zondag in actie kwam in Stadion Galgenwaard liet zich buiten op een zonnig en warm Varkenoord zien. Alleen Kelvin Leerdam en Bruno Martins Indi bleven achter in het stadion. Martins Indi viel tegen Utrecht een kwartier voor tijd uit met knieklachten.
Erwin Mulder keerde tegen Utrecht terug in de basis, nadat hij het duel met AZ nog miste wegens een armblessure. De doelman speelde een prima wedstrijd en hield zonder al te veel problemen de nul. ‘Ik had niet heel veel te doen, maar ik kan wel tevreden zijn over de ballen die ik heb gepakt’, zei Mulder maandag na afloop van de uitlooptraining. ‘We kunnen met een heel goed gevoel terugkijken op de wedstrijd van gisteren. We hebben dik verdiend gewonnen.’
 
Mulder hield zijn ploeg met name in de eerste helft op de been, dankzij een redding op een intikker van Frank Demouge. De spits kreeg de bal kort voor het doel op zijn voet, na een schot van Dries Mertens. ‘Ik anticipeerde op het schot van Mertens, waarbij ik al naar de grond ging’, herinnerde Mulder zich een dag na de wedstrijd. ‘Demouge schoot vervolgens van dichtbij in, terwijl ik al naar de grond ging. Daar zat een klein beetje geluk bij, maar ik denk dat het de enige manier was om die bal te pakken.’
 
Dankzij de zege op FC Utrecht blijft Feyenoord in de race om een plek bij de eerste acht. ‘Als we hadden verloren of gelijk hadden gespeeld, was het seizoen voor ons ten einde geweest’, zei Mulder. ‘Dan was het niet meer reëel geweest dat we het gat tot de nummer acht nog hadden gedicht. Omdat we gewonnen hebben houden we kans op de play-offs, al blijven we afhankelijk van andere ploegen die punten moeten laten liggen. Ook voor de supporters is het goed dat de komende wedstrijden nog ergens om gaan. We hopen dat we zondag tegen Willem II weer een stap kunnen zetten richting de eerste acht en kunnen de steun van het legioen dan heel goed gebruiken.’