Fanshop Tickets
Fanshop Tickets

Talent in Marbella IV: Elvis Manu

Feyenoord-trainer Ronald Koeman geeft tijdens het trainingskamp in Spanje zes talenten uit de jeugdopleiding de kans zich te bewijzen. Tijdens de trip naar Marbella doet dagelijks één van de zes jeugdspelers verslag van zijn belevenissen bij het eerste elftal. Vandaag deel IV: Elvis Manu, de buitenspeler die dit seizoen zijn eerste profcontract bij Feyenoord tekende.
Manu: ‘In de winterstop zou ik eigenlijk naar Excelsior gaan, maar door het vertrek van Diego Biseswar is er in de voorhoede een plaatsje vrijgekomen. Ik heb deze week in Marbella de kans te laten zien dat die plek voor mij is. Ik ben hier in Spanje om mezelf te bewijzen, het is duidelijk geen vakantie. We zullen na het trainingskamp zien of het mij is gelukt me vast in de eerste selectie te spelen.



De trainer heeft bij de start van het trainingskamp gezegd dat hij met een vast elftal gaat werken. Maar ja, een vast elftal heeft ook invallers nodig. Ik ben hier om te laten zien wat ik waard ben, maar in mijn achterhoofd houd ik wel rekening mee dat er een plek te verdienen is. Alleen, ik staar me daar niet blind op.

Tijdens de eerste drie dagen van het trainingskamp trainde Hamburger SV naast ons. Ik was onder de indruk van die ploeg. De beleving van die ploeg was typisch Duits. Dat was mooi om te zien. Veel grote gasten ook bij dat team.

Dat ik deze week met het eerste elftal op pad ben, merk ik aan veel dingen. Bijvoorbeeld aan de pers die mee is naar Spanje. Radio, televisie, journalisten van kranten en tijdschriften. Die aandacht hoort er allemaal bij. Naarmate je als jeugdspeler vaker bij de selectie zit, zal die aandacht alleen maar groter worden, denk ik.

We zijn met zijn zessen in een leuke groep terecht gekomen. De andere jongens zijn in voor een dolletje, maar op het veld corrigeren ze je. Als je een fout maakt, dan krijg je dat meteen te horen. Bij de jeugd was dat toch anders. Bij Feyenoord één gelden andere normen, de lat ligt hoger. Soms moet ik op mijn tenen lopen, een paar tandjes bij schakelen. Dat is wennen, maar uiteindelijk word ik er alleen maar een betere voetballer van. En daar gaat het natuurlijk om.’